pomp-rotorhuis volgt zelfstandig al
na een korte gebruiksduur. Kort-
stondig drooglopen schaadt de
pomp niet.
Bij thermische zonne-installaties
moeten
gebruiksklare
worden aangevoerd. De pomp mag
niet worden gebruikt voor het men-
gen van de vloeistof in de installa-
tie.
Indien
het
ontluchten
motorruimte noodzakelijk is dient
men als volgt te handelen.
– De pomp uitschakelen,
Verbrandingsgevaar bij het
aanraken van de pomp!
Naargelang de bedrijfstoe-
stand van de pomp resp.
de installatie (temperatuur
van de pompvloeistof) kan
de hele pomp zeer heet
worden.
– Leiding aan de afvoerzijde afslui-
ten.
Verbrandingsgevaar!
Naargelang de druk en de
temperatuur van de pomp-
vloeistof kan er bij het ope-
nen van de ontluchtings-
schroef hete pompvloeistof
in vloeibare of dampvormi-
ge
toestand
resp. onder hoge druk ont-
snappen.
– De ontluchtingsschroef voorzich-
tig met een schroevendraaier
– De pomp-as meerdere keren met
mengsels
– elektrische delen beschermen
– de pomp inschakelen.
OBGELET!
van
de
– Na 15...30 s de ontluchtings-
– Kraan terug openen.
Veranderen van toerental
Indien de ruimtes onvoldoende
worden verwarmd, kan het toeren-
tal van de pomp te laag zijn. In dat
geval is overschakelen naar een
hoger toerental noodzakelijk.
Is de pomp daarentegen op een te
hoog toerental ingesteld, dan ont-
staan in de leidingen en speciaal in
thermostaatventielen stromingsge-
luiden. Ze zijn te verhelpen door
overschakelen naar een lager toe-
rental.
De omschakeling naar een ander
vrijkomen
toerental gebeurt met behulp van
een draaiknop in het aansluitkastje.
3 staat voor het laagste, 1 voor het
hoogste toerental.
lossen en helemaal uitdraaien
(afb. 9).
een
schroevendraaier
schuiven,
tegen uitstromend water,
De pomp kan bij een
geopende
tingsschroef, afhanke-
lijk van de hoogte van
de werkdruk, blokke-
ren.
schroef terug indraaien.
NEDERLANDS
terug-
ontluch-
35