1.5.1
Transport
Het apparaat wordt geleverd met een lithiumbatterij in de vorm
van een D-cel. De batterij is al ingebouwd.
Het transport van lithiumbatterijen moet aan bepaalde
voorschriften voldoen.
Deze voorschriften voldoen aan de aanbevelingen van de
Verenigde Naties t.a.v. het vervoer van gevaarlijke goederen.
De belangrijkste punten van deze voorschriften kunnen als
volgt worden samengevat:
— Het vervoer van cellen van formaat-C en-D alsmede van
grotere cellen en de meeste batterijblokken moet
overeenkomstig de voorschriften voor het vervoer van
gevaarlijke goederen plaatsvinden.
— Lithiumbatterijen met een lithiumgehalte lager dan 2 g
(komt ongeveer overeen met 3 AA-cellen) worden door de
voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke goederen
uitgesloten, maar ieder batterijblok moet van een speciaal
etiket worden voorzien, waarop staat aangegeven dat er
lithiumbatterijen worden vervoerd en bij transportschade
aan de batterijblokken gelden speciale handelwijzen.
— Overeenkomstig de transportvoorschriften moeten alle
lithiumcellen en batterijen, ook de types die onder de
uitzonderingsregeling vallen, overeenkomstig de
testmethode van de Verenigde Naties worden
gecontroleerd.
De verpakkingsvoorschriften voor het wereldwijde transport
van lithiumbatterijen worden iedere twee jaar door de
internationale burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) herzien en
door de internationale luchtvaartvereniging (IATA) in
verschillende talen uitgegeven.
Overeenkomstig de voorschriften worden Tadiran-
lithiumbatterijen als lithium-metaalbatterijen geclassificeerd.
Voor het transport naar de VS geldende afwijkende
voorschriften.
1.5.2
Afvoeren
De Europese batterijrichtlijn 2006/66/EG beperkt het gebruik
van bepaalde gevaarlijke stoffen in batterijen en stelt regels op
voor het verzamelen, het verwerken, de recycling en het
afvoeren van oude batterijen en accu's.
De uitvoering vindt individueel in de afzonderlijke EU-lidstaten
plaats. Zo vindt bijvoorbeeld de uitvoering in het Verenigd
Koninkrijk plaats overeenkomstig de regels t.a.v. de batterijen
en accumulatoren van 2008 (in omloop brengen) en
overeenkomstig de regels t.a.v. het afvoeren van batterijen en
accumulatoren van 2009.
De volgende informatie is belangrijk voor de eindgebruikers
van batterijen:
— Batterijen worden aangeduid met het symbool met daarop
een doorgestreepte afvalemmer op wielen (zie titelbalk).
Het symbool moet de eindgebruiker erop wijzen dat
batterijen niet bij het huisvuil gegooid mogen worden,
maar afzonderlijk verzameld moeten worden. Oude
batterijen kunnen op verkooppunten gratis worden
ingeleverd.
4 - NL CI/TSP300-W-X1 Rev. A | SensyTemp TSP300-W
— Deze voorschriften zijn van toepassing, omdat in
combinatie met het afvoeren van batterijen en
accumulatoren een reeks van milieuproblemen ontstaan.
Dit heeft vooral te maken met de metalen in deze
batterijen. Kwikzilver, lood en cadmium zijn veruit de
meest problematische stoffen in de afvalstroom van
batterijen. Andere metalen die in batterijen worden
gebruikt, zoals zink, koper, mangaan, lithium en nikkel,
kunnen eveneens milieurisico's vormen. De nieuwe
voorschriften hebben echter betrekking op alle batterijen
en niet alleen de gevaarlijke, omdat alle batterijen stoffen
bevatten die min of meer schadelijk voor het milieu zijn en
omdat de ervaring met de huidige voorschriften heeft
aangetoond dat retoursystemen voor alle batterijen
effectiever zijn dan gescheiden verzamelsystemen voor
bepaalde soorten batterijen.
— Batterijen dienen gerecycled te worden, omdat door het
recyclen van batterijen resources behouden kunnen
blijven, doordat waardevolle metalen zoals nikkel, kobalt
en zilver teruggewonnen kunnen worden. Dit verlaagt ook
het energieverbruik. Zo wordt bijvoorbeeld bij gebruik van
gerecycled cadmium en nikkel 46 % resp. 75 % minder
primaire energie verbruikt dan bij het winnen en veredelen
van nieuwe metalen.
Deze informatie is gebaseerd op het document "Vragen en
antwoorden over de batterijrichtlijn 2006/66/EG", die op de
website van de Europese commissie gedownload kan worden.
1.5.3
Levensduur batterij
De apparaten van de serie SensyTemp TSP300-W
ondersteunen het batterijmanagement door een
schattingsalgoritme voor de levensduur van de batterij. De
levensduur van de batterij wordt ook beïnvloed door enkele
parameters waarop het apparaat geen invloed heeft, zoals
bijvoorbeeld de bedrijfstemperatuur.
De apparaten van de serie SensyTemp TSP300-W schatten
de resterende levensduur van de batterij aan de hand van het
actuele energieverbruik en de temperatuur van de elektronica.
Deze berekening vindt echter plaats aan de hand van de
historische gegevens en houdt geen rekening met
toekomstige omstandigheden.
Bij het vervangen van de batterij schakelt de meetomvormer
uit. Het plaatsen van een nieuwe batterij moet via EDD, DTM
of lokaal via het display worden aangegeven.