Informatie Van Het Voorbeeld - marklin 55564 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido
De Krokodillen
Wat is een Krokodil?
Liefhebbers hebben de zware elektrische locomotieven van het type
Ce 6/8 met de naam van dit exotische reptiel gedoopt. Ze zijn in Zwits-
erland vanaf 1919 voornamelijk voor de Gotthardlijn gebouwd. De locs
zijn inmiddels tot mythe verheven en hebben daarmee iets bereikt, wat
anders alleen aan stoomlocomotieven gegund is: de afstand tussen
mens en machine werd minder.
Niet alleen spoorwegmensen, maar ook technici en historici hebben
deze locomotieven als mijlpaal in de geschiedenis van de techniek en
als symbool van de vooruitgang waardig geacht. Toen de machines ge-
bouwd werden, golden ze als overtuigende oplossing van een ernstig
spoorwegtechnisch probleem.
Over het wanneer en waarom de locs hun bijnaam kregen, zijn de
geleerden het nog niet eens. Of het de lange snuit was, de kracht die
van hen uitging, de gelede opbouw of zelfs de kleur – eerst bruin, later
groen –, daar kunnen ze nauwelijks meer achter komen.
Gedwongen door moeilijkheden bij de aanschaffing van voldoende
materiaal en brandstof, besloten de Zwitserse Spoorwegen (SBB) in
augustus 1918 de electrificatie op alle veel bereden trajecten van hun
gehele spoorwegnet uit te breiden.
Capaciteitsproblemen, welke het belangrijke Gotthard-traject aan de
machines stelde, b.v. twee heen- en terugritten Arth - Goldau - Chiasso
binnen 28 uur met een getrokken last van ca. 430 ton op steile hellingen
en ca. 850 ton op daltrajecten met maximaal 10 ‰ steiging, hebben
voor het goederenverkeer geleid tot de ontwikkeling van de beroemde
"Krokodillen" Ce 6/8 II.
Dit legendarische loctype werd van 1919 - 1922 in 33 eenheden gebou-
wd door de firma's SLM (Schweizerische Lokomotiv- und Maschinen-
fabrik Winterthur) en MFO (Maschinenfabrik Oerlikon) en aan de SBB
Vorbild • Prototype
afgeleverd. Technisch onderscheidden zich deze locomotieven door
Bisselloopassen en vlakke driehoek-koppelstangen als aandrijforg-
aan. De aandrijving van elk van de beide draaistellen werd verzorgd
door elk twee motoren, die via raderwerk op een gemeenschappelijke
tussenas werkten, waarvan de krukken aan het ene einde van de
driehoek-koppelstang lagerden en aan het andere einde een kruk in
beweging bracht aan een oorspronkelijk slingerend geplaatste hulpas.
Het voornaamste voordeel van de gekozen wijze van aandrijving lag
overeenkomstig de rendementseisen daarin, dat in tegenstelling met
de gebruikelijke schuine drijfstangkrachtoverbrenging nu horizontale
krachten van de tussendrijfas op de wielen werden overgebracht.
Het vermogen van dit type Ce 6/8 II kon met 1.648 kW (2.240 pk) aange-
geven worden bij 36 km/u, en de maximumsnelheid bedroeg 65 km/h. Als
dienstgewicht werd 128 t genoemd.
Opvallende details in de uitvoering van de historische locomotief
Ce 6/8 II, nr. 14 253, welke heden nog regelmatig voor speciale ritten
wordt inge- zet in het gebied van zijn thuisstation Erstfeld (Zwitserland),
zijn behalve de bruine kleur voor middenbouw en vooren achteruit-
bouw, zwartgelakte drijfwerken, freems en omlopen alsmede 4 openga-
ande deuren voor de bestuurderscabines.
Het remmen werd verzorgd door elk 2 remblokken per drijfas, die via
een dubbele Westinghouse-drukluchtrem of met de hand bediend kon-
den worden. Daarbij werkte de handrem per bestuurderscabine op de
daarvoor liggende drijfassen. Ieder drijfstel kreeg ter verhoging van de
trekkracht bij grensgevallen van de belasting elk twee voor en achter
de drijfwielen aangebrachte zandkisten.
De tot 1922 door SLM en MFO gebouwde 33 locomotieven van het type
Ce 6/8 II namen jarenlang de zware goederentreindienst over het Gott-
hard-traject voor hun rekening. De behoefte naar sterkere en snellere
10
Exploitation dans le réelle • Grootbedrijf
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido