Gereedschap-/
accubeveiligingssysteem
H et geree d s c h ap is v oor z ien v an een geree d s c h ap- /
a c c ube v eiligingss y steem. D it s y steem s c h akelt auto-
matis c h d e v oe d ing naar d e motor uit om d e le v ens d uur
v an h et geree d s c h ap en d e a c c u te v erlengen. H et
gereedschap kan tijdens het gebruik automatisch stop-
pen als h et geree d s c h ap o f d e a c c u aan é é n v an d e
v olgen d e omstan d ig h e d en w or d t blootgestel d :
Overbelastingsbeveiliging
A ls d e a c c u w or d t gebruikt op een manier d ie ertoe lei d t
d at een abnormaal h oge stroomsterkte w or d t getrok-
ken, stopt h et geree d s c h ap automatis c h z on d er enige
aan d ui d ing. I n d at ge v al s c h akelt u h et geree d s c h ap
uit en stopt u met h et gebruik d at er toe lei d d e d at h et
geree d s c h ap o v erbelast raakte. S c h akel v er v olgens h et
geree d s c h ap in om w eer te starten.
Oververhittingsbeveiliging
W anneer h et geree d s c h ap / d e a c c u o v er v er h it is, stopt
h et geree d s c h ap automatis c h . L aat in d e z e situatie h et
geree d s c h ap / d e a c c u a f koelen v oor d at u h et geree d -
s c h ap w eer ins c h akelt.
Beveiliging tegen te ver ontladen
A ls d e a c c ula d ing on v ol d oen d e is, stopt h et geree d -
schap automatisch. In dit het geval verwijdert u de accu
v ana f h et geree d s c h ap en laa d t u d e a c c u op.
De resterende acculading
controleren ( BL1460A)
Fig.2: 1. Indicatorlampjes 2. T estknop
OPMERKING: Afhankelijk van de gebruiksomstan-
d ig h e d en en d e omge v ingstemperatuur, is h et moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
Tijdens opladen
W anneer h et opla d en begint, gaat h et eerste ( meest
linkse) indicatorlampje knipperen. Naar mate het opla-
den vordert, gaat het ene na het andere lampje branden
om d e h ui d ige a c c ula d ing aan te ge v en.
OPMERKING: Als het indicatorlampje niet gaat bran-
den of knipperen tijdens het opladen, kan de accu
defect zijn. Vraag in dat geval uw plaatselijke service-
c entrum om h ulp.
Tijdens gebruik
W anneer h et geree d s c h ap is inges c h akel d , bran d en
de lampjes om de resterende acculading aan te geven.
W anneer h et geree d s c h ap is uitges c h akel d , gaan d e
lampjes na ongeveer
W anneer u met uitges c h akel d geree d s c h ap op d e c on-
troleknop drukt, gaan de indicatorlampjes gedurende
onge v eer 5 se c on d en bran d en om d e a c c ula d ing aan
te ge v en.
seconden uit.
Als het oranje lampje knippert, stopt het gereedschap
v an w ege d e geringe resteren d e a c c ula d ing ( automati-
s c h e stop f un c tie ) . W anneer d at gebeurt, laa d t u d e a c c u
op o f gebruikt u een opgela d en a c c u.
W anneer h et geree d s c h ap w or d t gebruikt met een a c c u
die lange tijd niet is gebruikt en wordt ingeschakeld,
branden mogelijk geen lampjes. Wanneer dat gebeurt,
stopt h et geree d s c h ap v an w ege d e geringe resteren d e
a c c ula d ing. L aa d d e a c c u goe d op.
De trekkerschakelaar gebruiken
Fig.3: 1. T rekkers c h akelaar
LET OP:
Alvorens de accu in het gereed-
schap te plaatsen, moet u altijd controleren of de
trekkerschakelaar goed werkt en bij het loslaten
terugkeert naar de stand " OFF " .
Om het gereedschap te starten, knijpt u gewoon de
trekkers c h akelaar in. H oe h ar d er u d e trekkers c h a-
kelaar inknijpt, hoe sneller het gereedschap draait.
L aat d e trekkers c h akelaar los om h et geree d s c h ap te
stoppen.
OPMERKING: H et geree d s c h ap stopt automatis c h
w anneer u d e trekkers c h akelaar ge d uren d e onge v eer
3 minuten ingeknepen h ou d t.
De lamp op de voorkant gebruiken
Fig.4: 1. L amp
LET OP:
Kijk niet direct in het lamplicht of in
de lichtbron.
Knijp de trekkerschakelaar in om de lamp in te schake-
len. De lamp blijft branden zo lang de trekkerschakelaar
w or d t ingeknepen. O nge v eer 1 0 se c on d en na d at u d e
trekkers c h akelaar h ebt losgelaten, gaat d e lamp uit.
OPMERKING: G ebruik een d roge d oek om v uil v an
d e lens v an d e lamp a f te v egen. W ees v oor z i c h tig
d at u d e lens v an d e lamp niet bekrast om d at d an d e
v erli c h ting min d er w or d t.
De omkeerschakelaar bedienen
Fig.5: 1. O mkeers c h akelaar
LET OP:
Controleer altijd de draairichting
alvorens het gereedschap te starten.
LET OP:
Verander de stand van de omkeer-
schakelaar alleen nadat het gereedschap volledig
tot stilstand is gekomen. A ls u d e d raairi c h ting
verandert terwijl het gereedschap nog draait, kan het
geree d s c h ap bes c h a d ig d raken.
LET OP:
Zet de omkeerschakelaar altijd in de
neutrale stand wanneer u het gereedschap niet
gebruikt.
D it geree d s c h ap h ee f t een omkeers c h akelaar v oor h et
v eran d eren v an d e d raairi c h ting. D ruk d e omkeers c h a-
kelaar in v ana f kant A v oor d e d raairi c h ting re c h tsom, o f
v ana f kant B v oor d e d raairi c h ting linksom.
W anneer d e omkeers c h akelaar in d e neutrale
stan d staat, kan d e trekkers c h akelaar niet w or d en
ingeknepen.
55 NEDERLANDS