Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 15
Gebruik de laterale aankoppelingspunten van de riem niet
als antivalpunt. Deze zijn bestemd om ter plaatste te werken
(EN358) in combinatie met een leiriem (EN 358), en het
bevestigingspunt op de buik (EN 813) om te werken in
hangende positie op een gespannen koord.
Figuur 6 bladzijde 5, Figuur 7 bladzijde 6.
Gebruik de harnassen nooit voor andere toepassingen dan de
beveiliging tegen hoogtevallen: bijvoorbeeld elastiekspringen.
Samenstellende onderdelen
Figuur 1 bladzijde 2 ,3: Harnas - EN 361-EN 358-EN 813
1. Schouder-stukken zwart.
2. Schouderrien.
3. Verstelling schouderriem.
4. Borst sluiting.
5. Snelgesp.
NL
6. Label.
7. Elastic bandlus.
8. Gereedshap band.
9. Hulpring.
10. Dijriem.
11. Zitriem.
12. Rugband.
13. Snelgesp.
14. Rugbevesti -ging.
15. Borstgesp.
16. Bevestigingspunt.
17. Zijbevestiging.
A. Markering
"A",
valbescherming, op de D of op de riem.
A/2. Markering "A/2", van de aankoppelingspunten op de D-ring of
op de riem: borstpunten van het harnas te koppelen met een
connector (EN 362) waarmee deze symmetrisch is.
M. positioneringspunt.
S. Ophangpunt voor werken op een gespannen koord.
Figuur 3 bladzijde 4.
Assembleer alle afstelgespen van het harnas als de gebruiker
aangekleed is. Pas de lengten van de verschillende riemen aan:
niet te vast, niet te los zodat een optimaal comfort tijdens het
gebruik en een doeltreffende bescherming verkregen wordt.
Alleen op deze voorwaarde zal het harnas doeltreffend
beschermen tegen hoogtevallen.
Zie figuur 4, bladzijde 5 voor de verschillende maten.
In de mate van het mogelijke, bevindt het structureel
verankerpunt zich op een hoogte tussen 1.5 en 2 meter boven de
voeten van de gebruiker. Het verankerpunt moet een weerstand
van minimum 10 kN hebben.
De aansluiting op het verankerpunt of op de structuur moet
gebeuren aan de hand van een EN 362 connector.
Raadpleeg voor de aansluiting van het valbeveiligingssysteem
op het harnas, de gebruiksaanwijzingen van het harnas en van
de valbeveiliging om het juiste aankoppelingspunt en de goede
koppelmethode te gebruiken.
Als de gebruiker zich van het verticaal vlak verwijdert via het
structureel verankerpunt, dan zal hij, bij een hoogteval, een
slingerende beweging maken waarbij hij zich eventueel door
op zijn traject aanwezige voorwerpen kan kwetsen.
• Riem + draden van de naden: polyester,
• Gespen uit gegalvaniseerd staal en aluminium,
• Rugsteun mousse, bedekt met cordura,
• Rugplaat, lussen: polyethyleen, thermoplastisch elastomeer.
14
OPGELET
van
de
bevestigingspunten

Installatie

OPGELET
Materialen
Gekoppelde uitrustingen
Valbeveiligingssysteem (EN 363):
Een verankering (EN 795).
Een uiteindeconnector (EN 362).
Een valbeschermingssysteem (EN 353-1/2 - EN 355 - EN 360).
Een uiteindeconnector (EN 362).
Een valbeschermingsharnas (NF EN 361).
Controleer, vóór elk gebruik van een valbeveiligingssysteem EN
363 of alle samenstellende onderdelen bruikbaar zijn en correct
werken.
• Als het harnas bevuild is, moet men het wassen met helder
en koud water en eventueel met een wasmiddel voor delicaat
textiel; gebruik een synthetische borstel.
• Als, tijdens het gebruik of tijdens een wasbeurt, het harnas nat
geworden is, moet men het in de schaduw en beschermd
tegen warmtebronnen laten drogen.
Zie figuur 3 bladzijde 2.
• Beveilig de uitrusting tijdens het transport en de opslag tegen
elk gevaar (scherpe kant, directe warmtebron, chemische
producten, ultraviolette stralen,...).
Conformiteit van de uitrusting
Bij deze verklaart de firma TRACTEL S.A.S. RN 19 – Saint
Hilaire sous Romilly – F-10102 Romily sur Seine, Frankrijk dat de
in deze handleiding beschreven uitrusting:
• Conform de voorschriften van de Europese Richtlijn
89/686/CEE van december 1989 is,
• Is identiek aan het PBM dat onderwerp heeft uitgemaakt van
van
de
het
typeafschrift
SUDEUROPE, B.P. 193 13322 Marseille cedex 16,
geïdentificeerd door het nummer 0082 en getest volgens de
normen 361 van 2002, 358 van 2000 en 813 van 1997,
• Onderworpen werd aan de procedure, beoogd door het Artikel 11B
van de Richtlijn 89/686/EEG, onder de controle van een
organisme: TÜV Rheinland Product Safety GmbH - Am Grauen
Stein D - 51105 Köln, geïdentificeerd door het nummer 0197.
Het etiket van elk harnas geeft de volgende elementen aan:
a: Het commercieel merk: Tractel,
b: De beschrijving van het product: bv. LCA (Vallijn Koord
valdemper),
c: De referentienorm, gevolgd door het jaar van toepassing,
d: De referentie van het product: bv. 010642,
e: Het CE logo, gevolgd door het n° van de aangemelde
instantie artikel 11 B, productiecontrole 0197,
f: Jaar en week van fabricatie,
g: Het serienummer,
h: Een pictogram dat aangeeft dat de handleiding vóór elk
gebruik gelezen moet worden.
Periodieke controle en herstelling
• Voor zijn veiligheid moet de operator periodieke en regelmatige
controles uitvoeren op de uitrusting om de doeltreffendheid en
de weerstand ervan te controleren.
• Een jaarlijkse controle is noodzakelijk, maar in functie van de
gebruiksfrequentie,
reglementering van het bedrijf of van het land van gebruik,
kunnen deze controles frequenter zijn.
• De periodieke controles moeten door een bevoegd persoon
uitgevoerd worden, volgens de controlewerkwijzen van de
fabrikant.
• Controleer de leesbaarheid van de markering op het product
tijdens de periodieke controle.
De harnassen zijn niet herstelbare producten. Als ze het minste
defect vertonen, moeten ze vernietigd worden.
Onderhoud en opslag
«CE»,
afgeleverd
door
Markering
de
omgevingsomstandigheden,
het
Apave
erkend
van
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido