m Let op: als de motor is uitgeschakeld, blijft het
maaigedeelte nog een paar seconden doordraaien:
dus niet het maaigedeelte aanraken voordat deze tot
stilstand is gekomen!
9. Werkinstructies
Werken met de bosmaaier / grastrimmer
• Wanneer u voor de eerste keer werkt met de
bosmaaier, maakt uzelf dan vertrouwd met de
werking en de controle van het maaigedeelte met
uitgeschakelde motor.
• Het ontwerp van de bosmaaier staat uitsluitend het
gebruik aan de rechterzijde van het lichaam van de
gebruiker toe.
• Houd de bosmaaier stevig vast met beide handen op
de handgrepen.
• Let erop dat het maaigedeelte nog even blijft
doordraaien na het loslaten van de gashendel.
• Altijd zo dat het maaigedeelte niet meer draait bij een
juist stationair motortoerental zonder de gashendel in
te drukken.
• Werkt altijd met een hoge snelheid, wat u de beste
maairesultaten zal geven.
• Zet, na het raken van een steen of een boom, de
motor uit en verwijder de bougiedop en onderzoek dan
de bosmaaier op beschadigingen.
• Let op: wees altijd extra voorzichtig bij het werken
in moeilijk terrein en op hellingen. Maai hoog gras
trapsgewijs om het apparaat niet over te belasten.
• Draag altijd een veiligheidsbril, gehoorbescherming en
een veiligheidshelm.
Maaien met de grastrimmer
• Gebruik de plastic draadcassette voor een correcte
snede,
ook
op
onregelmatige
afrasteringpalen en bomen.
• Benader voorzichtig met de lijn een obstakel en
gebruik het uiteinde van de lijn om rond het obstakel te
maaien. Als de lijn in contact komt met stenen, bomen
en muren, slijt de lijn of breekt af.
• Beweeg het maaigedeelte als een normale zeis
horizontaal van rechts naar links en weer terug. U
definieert de maaihoogte zelf, afhankelijk van hoe
hoog u het gereedschap houdt.
• Vervang nooit de nylon lijn door een metalen draad.
KANS OP VERWONDINGEN
Maaien met de bosmaaier en de heggenschaar
Gebruik het maaiblad om kreupelhout, geile groei, jonge
boompopulaties (stamdiameter tot maximaal 2 cm) en
hoog gras te maaien.
• Tijdens het gebruik van metalen maaigereedschappen,
bestaat er in het algemeen een risico van terugslag
wanneer het gereedschap een vast obstakel raakt
(stenen, bomen, takken, etc.). Daardoor wordt het
gereedschap tegen de draairichting in naar achteren
geworpen.
• Om geile groei en kreupelhout te maaien, "dompelt" u
het maaiblad van bovenaf "onder" in de vegetatie.
104
NL
randen,
rond
WAARSCHUWING: wees vooral voorzichtig bij het
toepassen van deze werktechniek, want hoe verder
het maaigereedschap zich van de grond bevindt, des
te groter is het risico dat te maaien objecten en deeltjes
opzij worden geslingerd.
WAARSCHUWING: Onjuist en verkeerd gebruik kan
de bosmaaier beschadigen en leiden tot ernstige
verwondingen als gevolg van weggeslingerde stukken.
Om het risico tot ongevallen door het gebruik van het
maaiblad te minimaliseren, dient u kennis te nemen van
de volgende punten:
• Maait nooit struiken of hout waarvan de diameter
groter is dan 2 cm.
• Vermijd het contact met metalen voorwerpen, stenen,
enz.
• Controleer regelmatig het maaiblad op schade. Nooit
een beschadigd maaiblad blijven gebruiken.
• Wanneer het maaiblad bot wordt, dan moet deze
volgens de instructies worden geslepen. Wanneer
het maaiblad uit balans is, dan moet deze worden
vervangen.
Grastrimmer met automatische draadtoevoer (Fig.
36)
De bosmaaier wordt geleverd met een gevulde
draadcassette.
Deze draad zal tijdens het werk slijten. Om nieuw
draad aan te voeren, dient u met kracht de kop van de
draadcassette op de grond te drukken terwijl de motor
op werksnelheid draait.
De lijn wordt automatisch aangevoerd door centrifugale
kracht.
Het mes in de beschermkap zal de draad op de juiste
lengte inkorten.
Benader voorzichtig met de maaicirkel een obstakel en
maait rond het obstakel met het uiteinde van de draad.
Werken met de kettingzaag op verlengstuk
Voorzorgsmaatregelen voor de zaagprocedure
Ga nooit onder een te zagen tak staan. Wees extra
voorzichtig bij het werken met takken onder buigspanning
en versplinterend hout. Mogelijk gevaar op letsel door
vallende takken en wegschietende stukken hout. In het
algemeen wordt aanbevolen onder een hoek van 60 °
te zagen.
Houd het apparaat met beide handen goed vast
tijdens het snoeiwerk en zorg voor een evenwichtige
lichaamspositie en een goed werkniveau.
• Never try to use your tool with one hand. The loss
Probeert nooit om uw apparaat te gebruiken met één
hand. Het verlies van de controle over uw gereedschap
kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben. Werk
nooit op een ladder, een boomtak of andere onstabiele
ondergrond.
• Zaag nooit met de bovenste rand of de punt van het
zaagblad.
• Zorg ervoor dat de kettingspanning altijd correct wordt
afgesteld.