Lucht- En Smeervereisten; Opsporen Van Storingen - Ingersoll Rand DM0450L5 Serie Manual Del Operador

Paquete de bomba de grasa 55 galones
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 1
NL

LUCHT- EN SMEERVEREISTEN

GEVAARLIJKE DRUK. Overschrijd niet de
WAARSCHUWING
maximale inlaatluchtdruk van 150 psi (10 bar). Indien de
pomp met een hogere druk wordt bediend, kan dit tot
schade aan de pomp en/of persoonlijk letsel en/of schade
aan eigendommen leiden.
Raadpleeg het algemene informatieblad voor
WAARSCHUWING
aanvullende veiligheidsmaatregelen en belangrijke informatie.
Een overmatige luchtdruk verkort de levensduur van de pomp.
Voor een maximale werkingsefficiëntie moeten de volgende
luchttoevoerspecifi caties voor deze pomp worden gehandhaafd:
LUCHTDRUK - Maximaal 150 P.S.I. (10 Bar)
LUCHTFILTRATIE - 50 micron
GESMEERDE LUCHTTOEVOER
GROOTTE LUCHTINLAAT - 1/2" N.P.T.F. - 1
Met gefilterde en geoliede lucht draait de pomp ef-
fi ciënter, wat leidt tot een langere levensduur voor de
onderdelen en mechanismen.
Een gebrek aan of te veel smering heeft een negatief
eff ect op de prestaties en levensduur van deze pomp.
Gebruik uitsluitend aanbevolen smeermiddelen.
Vul het smeermiddelreservoir voor de luchtleiding
DAGELIJKS met een goede kwaliteit niet-deterger-
ende tandwielolie van S.A.E. NO. 90W, afgesteld op 1
tot 2 druppels per minuut.
Indien de pomp steeds meer dan enkele uren inactief
zal zijn, ontkoppelt u de luchttoevoer en laat u alle
druk van het systeem af.
Aanbevolen wordt een oliesysteem in de luchtleiding te
installeren, zo dicht mogelijk bij de pomp. Dit zorgt voor
een langere levensduur van de pomp doordat slijtage
van de interne delen van de pomp wordt verminderd.
Page 18 of 44

OPSPOREN VAN STORINGEN

Als de pomp draait maar geen of weinig materiaal doseert, controleert
u het volgende:
Onvoldoende materiaaltoevoer of mogelijke storing van voetk-
lep 65872, waardoor er geen materiaal vanuit de aanvoer in de
zuigbuis terecht komt.
Onjuiste aanvoer van smeermiddel in pomp. Deze toestand
staat bekend als 'kanaalvorming' en wordt vaak gekenmerkt
door lichtgekleurd, schuimig vet dat uit de regelhendel komt.
Ook zal het vet in de container niet waterpas zijn maar aan de
zijkant van de container kleven en omlaag naar de inlaat van
de zuigbuis neigen. Dit komt gewoonlijk voor bij koele tem-
peraturen en kan met behulp van de opvolgerplaat worden
gecorrigeerd.
Vuil of vreemd materiaal in voetklep 65872 of andere oorzaak
die ervoor zorgt dat de klep niet sluit bij een neerwaartse slag
van de zuiger.
Als de eenheid niet werkt, is de volgende procedure nuttig bij het
vaststellen van de oorzaak:
Controleer de inlaatdruk bij de pomp om te zien of de luchtlei-
ding niet verstopt is en of de pomp lucht krijgt aangeleverd.
Indien onvoldoende lucht niet het probleem is; ontkoppel
snelkoppeling 310 bij de pomp en koppel vervolgens de slang
en het pistool af bij regelklep 2453. LANGZAAM VERWIJDEREN
AANGEZIEN DE POMP ONDER DRUK KAN STAAN. Houd een
poetslap bij dit punt en pas lucht toe op de pomp. Als de pomp
nu werkt, is er een verstopping in de materiaalleiding, spoel
of regelhendel. Als de pomp echter niet goed werkt, neemt u
contact op met uw lokale leverancier.
Raadpleeg pomphandleiding AF0450LXXXXXXX (onderdeel-
nr. 97999-1502) voor instructies voor montage en demontage
van de onderste pompinrichting.
DM0450L5XXXXXXXX (nl)
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido