•
Golfvorm AC Penetratie (uitsluitend voor TIG AC, zie
AFB. 76 en 77 en de tabel AC WAVEFORM). Selectie
van de golfvorm die voor de penetratie geschikt is.
•
Golfvorm AC Reiniging (uitsluitend voor TIG AC, zie
AFB. 78 en 79 en de tabel AC WAVEFORM) . Selec-
tie van de golfvorm die voor de reiniging geschikt is.
•
AC-frequentie (uitsluitend voor TIG AC zie AFB. 80
en 81). Stelt de wisselstroomspanning in.
•
AC-compensatie (uitsluitend voor TIG AC zie AFB. 82
en 83). Stelt het percentage van de halve penetratie-
golf in. Positieve waarde betere penetratie, negatieve
waarde betere reiniging.
•
AC-amplituderegeling (uitsluitend voor TIG AC)
•
Mix Duty-cycle (uitsluitend voor TIG AC. Zie afbeel-
dingen 107 en 108)
•
Geavanceerde parameters (zie tabel).
MMA-proces (zie hoofdstuk 15)
•
Setpointstroom (hoofdstroom zie AFB. 84 en 85)
•
Hot Start (Hotstart-stroom zie AFB. 86 en 87)
•
Hotstart-tijd (zie AFB. 88 en 89)
•
Arc force (zie AFB. 90 en 91)
•
Antistick (zie AFB. 92 en 93)
•
CUT OFF-spanning (uitsluitend voor MMA DC zie
AFB. 94 en 95)
•
VRD Nullastspanningsverlaging (zie AFB. 96 en 97)
7.4 INSTELLINGEN (ZIE AFB.45)
7.4.1 KLOKINSTELLING (ZIE AFB. 46-47). Selecteer en
bevestig de keuze met de draaiknop. Stel de datum
en tijd in en bevestig.
7.4.2 TAAL (ZIE AFB. 48). Selecteer en bevestig de
keuze met de draaiknop. Stel de gewenste taal in
en bevestig.
7.4.3 STIJL VAN DE GEBRUIKERSINTERFACE (ZIE
AFB. 50-51). Selecteer en bevestig de keuze met
de draaiknop. Stel de gewenste interface in.
7.4.4 MEETEENHEID (ZIE AFB. 52-53). Selecteer
en bevestig de keuze met de draaiknop. Stel de
gewenste meeteenheid in.
7.4.5 BLOKKERING BEDIENINGSPANEEL (DISPLAY
ZIE AFB. 54-55). Selecteer en bevestig de keuze
met de draaiknop. Selecteer en bevestig de
blokkering van het bedieningspaneel.
7.4.6 GEBRUIK VAN PINCODE (ZIE AFB. 56-57). Se-
lecteer en bevestig de keuze met de draaiknop.
Selecteer en bevestig het gebruik van de pincode.
7.4.7 BEHEER USB (ZIE AFB. 58-59). Selecteer en be-
vestig de keuze met de draaiknop. Selecteer en be-
vestig de keuze: Verwijderen – Firmware-updaten
en opties installeren.
7.4.8 LAN SETUP (ZIE AFB.62-63). Selecteer en beve-
stig de keuze met de draaiknop. Selecteer en beve-
stig de keuzes.
98
8 SECTOR - AC WAVEFORM (ZIE AFB. 98)
Op dit scherm kunnen verschillende grootheden van de 2
halve penetratie- en reinigingsgolven worden geselecte-
erd en gewijzigd. Draai aan de draaiknop en geef een
van de twee functies BLAUW aan. Druk op de draaiknop
gekozen en de gekozen functie wordt ROOD aangege-
ven. Nu kunnen de grootheden worden gewijzigd. De
volgende grootheden kunnen geselecteerd en gewijzigd
worden:
•
De vorm van de penetratie-en reinigingsgolf (zie AFB.
99)
•
AC-compensatie (zie AFB. 100 en 101)
•
AC-frequentie (zie AFB. 102 en 103)
•
AC-amplituderegeling (zie AFB. 102 en 103)
9 SECTOR Z - TIG MIX AC+DC (ZIE AFB. 106)
Selecteer deze functie om de continue omschakeling
tussen wisselstroom en gelijkstroom te wijzigen, zie AFB.
107 en 108. Deze manier van lassen bereikt een grotere
penetratie in vergelijking tot het (traditioneel) lassen met
wisselstroom van aluminium.
10 SECTOR I JOB - OPGESLAGEN PROGRAMMA'S
(ZIE AFB. 109)
In de sector JOB kunnen een laspunt en de bijbehoren-
de parameters (proces, ontsteking, modus, enz.) worden
opgeslagen zodat de lasser ze kan terugvinden. Selecte-
er en bevestig de sector JOB.
LEGENDA PICTOGRAMMEN
10.1 EEN LASPUNT OPSLAAN. (JOB) ZIE AFB.110
Druk op de knop en selecteer het nummer van het geheu-
gen waar u het programma in wilt opslaan.
In dit voorbeeld gebruiken we nr. 1. Bevestig de keuze die
weergegeven wordt.
Met de actieve toets zie AFB. 111 en 112.
Sla het programma in het geheugen 1 op door het picto-
gram opslaan te kiezen en te bevestigen.
10.2 EEN JOB WIJZIGEN (ZIE AFB.113)
Pas de volgende procedure toe om een programma te
wijzigen of gebruiken:
opslaan
oproepen
elimineren
kopiëren