ook met warme lucht worden gedroogd (met een haardroger bij voorbeeld).
ONTSMETTING
Na het saneren de ampul en de accessoires met een van de hierna beschreven methoden ontsmetten.
methode A: De accessoires die u kunt desinfecteren zijn C1.1-C1.2-C1.3-C1.4-C2-C3-C4.
Het te gebruiken ontsmettingsmiddel is geëlektrolyseerd bleekwater (werkzame stof: natriumhypochloriet),
specifiek voor het ontsmetten en verkrijgbaar bij de apotheek.
Uitvoering:
- Vul een recipiënt met geschikte afmetingen - om alle afzonderlijk te ontsmetten onderdelen te bevatten -
met een oplossing op basis van drinkbaar water en een ontsmettingsmiddel; neem hierbij de verhouding
in acht die op de verpakking van het ontsmettingsmiddel staat.
- Dompel elk afzonderlijk onderdeel volledig in de oplossing en zorg ervoor dat er geen luchtbellen op
de onderdelen worden gevormd. Op de verpakking van het ontsmettingsmiddel staat hoe lang de
onderdelen ondergedompeld moeten blijven, afhankelijk van de concentratie die voor de bereiding van
de oplossing gekozen is.
- Haal de ontsmette onderdelen uit de oplossing en spoel ze overvloedig met lauw drinkbaar water.
- Verwijder de oplossing volgens de aanwijzingen van de fabrikant van het ontsmettingsmiddel.
methode B: Desinfecteer de accessoires C1.1-C1.2-C1.3-C1.4-C2-C3-C4 door ze 10 minuten in water te
koken; gebruik gedemineraliseerd of gedistilleerd water om kalkvorming te voorkomen.
methode C: Desinfecteer de accessoires C1.1-C1.2-C1.3-C1.4-C2-C3-C4 warm met een stoomsterilisator
voor babyflessen (geen magnetron). Volg hierbij zorgvuldig de instructies van de sterilisator. Voor een
efficiënte sterilisatie moet u kiezen voor een cyclus van minstens 6 minuten.
Na het desinfecteren van de accessoires moet u het water er krachtig afschudden en ze op keukenpapier
leggen. Ze kunnen ook met warme lucht worden gedroogd (bijvoorbeeld met een haardroger).
Na afloop van ieder gebruik moet het hulpmiddel compleet met accessoires opgeborgen worden op een
droge plaats die bescherming tegen stof biedt.
LUCHTFILTERING
Het apparaat is voorzien van een aanzuigfilter (A3) die vervangen wordt
wanneer hij vuil is of van kleur verandert. Dezelfde filter niet spoelen of opnieuw
gebruiken of afwassen. De filter moet regelmatig worden vervangen om
correcte prestaties van de compressor te verzekeren. De filter moet regelmatig
gecontroleerd worden.
Neem contact op met uw verkoper of met het bevoegde assistentiecentrum om
reservefilters aan te vragen.
Om het filter te vervangen trekt u het naar buiten zoals de afbeelding toont.
Het filter is gerealiseerd om altijd vast in zijn zitting te blijven. De filter niet
vervangen tijdens het gebruik.
Gebruik alleen originele accessoires en reserveonderdelen van Flaem, iedere aansprakelijkheid wordt
afgewezen als niet-originele reserveonderdelen of accessoires gebruikt worden
32