4.
BEDIENING
• Vul voor het beste resultaat de maatbeker met de te testen stof.
Gebruik indien dit niet mogelijk is een ander vat.
• Hang de rotor aan de aandrijfas.
• Dompel de rotor tot de markering (op de rotoras) onder in de stof.
• Zet het instrument aan en houd het horizontaal met de hand of met behulp
van de optionele houder en standaard. Als u de viscometer met de hand
vasthoudt, bevindt deze zich in de juiste stand als het richtpunt onder de
hoofdschakelaar op de wijsvinger rust, zoals in figuur 6.
• Lees de gemeten waarde van de display af. De waarde links geeft aan welke
rotor is gebruikt (R1 – R3) en de waarde rechte geeft de viscositeit in mPas
aan.
De meting kan in ieder willekeurig vat of in de bij de
viscometer geleverde maatbeker worden
uitgevoerd. De weergegeven viscositeitswaarden
gelden alleen voor Newtonse vloeistoffen en bij
gebruik van de maatbeker. Gebruik van de
maatbeker wordt sterk aanbevolen als de metingen
onder bijna gelijke omstandigheden moeten
worden uitgevoerd.
Een lichte concentrische beweging van de rotor
tijdens het meten is heel normaal en heeft geen
invloed op de aflezingen van de viscometer.
4.1
Bediening van de software
4.1.1
Inschakelen en zelftest
• Inschakelen
Actie:
- Druk de hoofdschakelaar gedurende een lange tijd in (3 seconden).
De display zal de benaming van het instrument weergeven
(gedurende 1 seconde).
Display:
106
Fig. 6
De TMVM 1 correct vasthouden
TMVM 1
(TMVM 1)
SKF TMVM 1