5. Voorkom kortsluiting van de accu. Kortsluiten van de accu
zal resulteren in een grote stroom en oververhitting. Dit zal
resulteren in brandwonden en schade aan de accu.
6. Gooi de accu niet in het vuur. Een brandende accu kan
ontploff en.
7. Breng de accu naar de winkel waar deze gekocht werd,
nadat deze na opladen onvoldoende kracht heeft voor
praktisch gebruik. Gooi een uitgewerkte accu niet
zomaar weg.
8. Steek nooit een voorwerp in de ventilatie-openingen van
de lader. Als er een voorwerp of ontvlambaar materiaal
in de ventilatie-openingen van de acculader wordt
gestoken, kan dit resulteren in een elektrische schok of
beschadiging aan de acculader.
9. Bij doorlopend gebruik is het mogelijk dat deze machine
oververhit raakt, hetgeen kan leiden tot schade aan de
motor en de schakelaar. Daarom geeft u het blad een
tijdje pauze wanneer de behuizing heet wordt.
10. Als de machine continu wordt gebruikt op lage snelheid,
wordt de motor extra belast wat kan resulteren in
het vastlopen van de motor. Gebruik dit elektrische
gereedschap altijd zo dat het blad niet klem komt te zitten
met het materiaal tijdens gebruik. Stel de bladsnelheid
altijd af om soepel zagen mogelijk te maken.
11. Voorbereiden en controleren van de werkomgeving. Zorg
ervoor dat de werkplek voldoet aan alle voorwaarden
zoals uiteengezet in de voorzorgen.
12. Zorg ervoor dat de batterij stevig geplaatst wordt. Indien
dit niet gebeurd, kan het voorkomen dat de accu eruit
valt en een ongeluk veroorzaakt.
13. Stof geproduceerd tijdens gebruik
De stof geproduceerd tijdens normaal gebruik kan van
invloed zijn op de gezondheid van de gebruiker. Een van
het volgende wordt aanbevolen.
a) Draag een stofmasker
b) Gebruik externe stofverzamelapparatuur
(optionele accessoires) (Afb. 21)
Bij gebruik van de externe stofverzamelapparatuur,
sluit de adapter aan op de slang van de externe
stofverzamelapparatuur.
14. Raak het metalen gedeelte van het gereedschap niet
aan tijdens het gebruik.
15. Bladen wisselen
○ U moet de stroom UIT schakelen en de accu losmaken
van het apparaat voor u de bladen gaat verwisselen.
○ Open de hendel niet wanneer de zuiger in beweging is.
(Afb. 4)
○ Bevestig de uitsparingen van het blad stevig in de
bladhouder. (Afb. 4)
○ Bevestig het blad tussen de groef van de rol. (Afb. 4)
16. Zorg er altijd voor dat de uitschakelknop wordt ingedrukt
naar de vergrendelde positie wanneer niet in gebruik.
17. Door bij het zagen van hout het anti-splinterstuk te
gebruiken, kunt u het splinteren van het oppervlak
tegengaan.
Steek het anti-splinterstuk op de voetplaat en druk het
stevig vast.
18. Spaanderdeksel
○ Deze beveiliging voorkomt dat spaanders en splinters in
het rond geslingerd worden en verbetert de eff ectiviteit
van de stofzak.
○ De spaankast kan bij het zagen van metaal als het ware
gezandstraald worden.
19. Om het losraken van het blad, beschadigen of
overmatige slijtage van de zuiger te voorkomen, zorg
ervoor dat het oppervlak van de basisplaat is bevestigd
aan het werkstuk tijdens het zagen.
20. Bij lage draaisnelheden, kan geen hout gezaagd worden
met een dikte van 10 mm of meer of staal met een dikte
van 1 mm of meer.
21. Om zeker te zijn van nauwkeurig zagen bij gebruik van de
geleider (Afb. 16) stel de omlooppositie altijd in op „0".
22. Bij het zagen van een kleine cirkelvormige boog, verminder
de voedingssnelheid van de machine. Als de machine
te snel wordt gevoed, kan dit breken van het blad
veroorzaken.
23. Circulair zagen dient gedaan te worden met het blad
ongeveer verticaal op het bodemoppervlak van de basis.
24. Hoekzagen kan niet worden gedaan bij het adopteren
van de stofverzamelaar.
25. Aansluiting op de reiniger (los verkrijgbaar)
Door een reiniger te gebruiken via de stofzak en de
adapter (los verkrijgbaar) kan het meeste zaagsel en stof
worden verzameld.
26. Bij het snijden van metaalhoudende materialen, gebruik
een geschikte snijvloeistof (spilolie, zee water, enz.) om
de levensduur van het bladte verlengen. (Afb. 17) En
snijd het materiaal bij een gemiddelde snelheid.
27. Bij het snijden van een venstergat in materiaal anders
dan hout, boort u eerst een begingat met een boor of
vergelijkbaar gereedschap vanuit waar u kunt beginnen
met snijden. (Afb. 18)
28. Zet de vergrendeling niet op de een of andere manier
vast. Houd bovendien uw vinger van de trekschakelaar
af wanneer het gereedschap wordt rondgedragen.
Doet u dit niet, dan is het mogelijk de hoofdschakelaar
per ongeluk in te schakelen, met onverwachte
gebeurtenissen en ongelukken als gevolg.
29. Stel uw ogen niet rechtstreeks bloot aan het licht door in
het lampje te kijken.
Als uw ogen voortdurend worden blootgesteld aan het
licht, kan dit oogletsel veroorzaken.
30. Raak nooit de bewegende delen aan.
Kom nooit met uw handen, vingers of andere
lichaamsdelen in de buurt van de bewegende delen van
het gereedschap.
31. Werk nooit zonder de beschermkappen te hebben
geplaatst.
Gebruik dit gereedschap alleen als alle beschermingen
op hun plaats zitten en/of als de veiligheidsfuncties goed
functioneren. Als onderhoud of Service vereist dat een
veiligheidsmaatregel verwijderd moet worden, let u er
dan op dat deze veiligheidsmaatregel terug geplaatst
wordt voordat u aan het werk gaat met het gereedschap.
32. Laat het gereedschap nooit aanstaan zonder toezicht.
Schakel stroom uit.
Laat het gereedschap niet alleen totdat hij volledig
stilstaat.
33. Gebruik geen elektrisch gereedschap in explosieve
atmosferen, zoals in de buurt van brandbare vloeistoff en,
gassen of stof.
Een decoupeerzaag kan vonken afgeven die stof of
dampen kunnen doen ontbranden.
34. Het elektrisch gereedschap is uitgerust met een
temperatuurbeveiligingscircuit
beschermen. Ononderbroken werk kan de temperatuur
van
de
machine
temperatuurbeveiligingscircuit wordt geactiveerd en de
bediening automatisch wordt gestopt. Indien dit gebeurt,
laat u het elektrisch gereedschap afkoelen voordat u het
opnieuw gebruikt.
35. Stel het bedieningspaneel niet bloot aan schokken en
breek het niet. Dit kan leiden tot een storing. (Alleen
CJ36DB)
36. Gebruik het product niet als het gereedschap of de
accupolen (batterijhouder) vervormd zijn.
Het installeren van de accu kan kortsluiting veroorzaken,
wat kan leiden tot rookontwikkeling of ontbranding.
63
Nederlands
om
de
motor
doen
stijgen,
waardoor
te
het