5.
Wees bij gebruik van het gereedschap erop
bedacht
dat
het
afketsen en letsel kan veroorzaken.
6.
Houd het gereedschap stevig vast en wees
voorbereid om de terugslag op te vangen.
7.
Alleen vakbekwame gebruikers mogen het
bevestigingsgreedschap bedienen.
8.
Wijzig
het
bevestigingsgreedschap
Wijzigingen kunnen de effectiviteit van de
veiligheidsvoorzieningen verlagen en de risico's
voor de gebruiker en/of omstanders vergroten.
9.
Gooi de gebruiksaanwijzing niet weg.
10. Gebruik
het
gereedschap
gereedschap beschadigd is.
11. Wees voorzichtig bij het hanteren van de
bevestigingsmiddelen, met name bij het laden en
verwijderen, omdat de bevestigingsmiddelen
scherpe punten hebben die letsel kunnen
veroorzaken.
12. Controleer het gereedschap altijd vóór gebruik
op kapotte, verkeerd aangesloten of versleten
onderdelen.
13. Reik niet te ver. Gebruik uitsluitend op een
veilige werkplek. Zorg altijd voor een stevige
stand en goede lichaamsbalans.
14. Houd omstanders uit de buurt (bij het werken op
een plaats waar waarschijnlijk mensen voorbij
komen). Zet uw werkgebied duidelijk af.
15. Richt het gereedschap nooit op uzelf of anderen.
16. Plaats uw vinger nooit om de trekker wanneer u
het gereedschap oppakt, wanneer u naar een
andere werkplek of -positie gaat, en wanneer u
met het gereedschap loopt omdat de vinger om
de trekker tot onbedoelde bediening van het
gereedschap kan leiden. Voor gereedschappen
waarop
de
bedieningsfunctie
gekozen, controleert u altijd het gereedschap
vóór gebruik om er zeker van te zijn dat de
correcte bedieningsfunctie is gekozen.
17. Draag uitsluitend handschoenen die voldoende
gevoel en een veilige bediening van de trekker
en alle afstelmogelijkheden bieden.
18. Als u het gereedschap neerlegt, legt u het neer
op een vlakke ondergrond. Als u de haak van het
gereedschap gebruikt, hangt u het gereedschap
veilig op een stabiel oppervlak op.
19. Bedien het gereedschap niet onder invloed van
alcohol, drugs en dergelijke.
Gevaren door projectielen
1.
Het
bevestigingsgereedschap
losgekoppeld
wanneer
worden
verwijderd,
gemaakt,
vastgelopen
worden verwijderd en accessoires worden
verwisseld.
2.
Let
er
tijdens
bevestigingsmiddelen
penetreren en niet kunnen afketsen of per
ongeluk in de richting van de gebruiker en/of
omstanders worden geschoten.
3.
Tijdens gebruik kan afval vanaf het werkstuk en
het
bevestigings-/verzamelsysteem
weggeworpen.
38
bevestigingsmiddel
niet.
niet
als
kan
worden
moet
worden
bevestigingsmiddelen
afstellingen
worden
bevestigingsmiddelen
gebruik
op
dat
het
materiaal
correct
worden
4.
Draag
tijdens
kan
gereedschap altijd een veiligheidsbril om uw
ogen te beschermen tegen letsel. De bril moet
voldoen aan ANSI Z87.1 in de Verenigde Staten,
aan EN 166 in Europa, en aan AS/NZS 1336 in
Australië en Nieuw-Zeeland. In Australië en
Nieuw-Zeeland is het wettelijk verplicht om
tevens een spatscherm te dragen om uw gezicht
te beschermen.
het
Het is de verantwoordelijkheid van de werkgever
om
ervoor
beschermingsmiddelen gebruikt worden door de
gebruikers van het gereedschap en anderen in
de onmiddellijke omgeving van de werkplek.
5.
De risico's voor
beoordeeld door de gebruiker.
6.
Wees voorzichtig met gereedschappen zonder
contactschoen omdat deze onbedoeld kunnen
worden
veroorzaken bij de gebruiker en/of omstanders.
7.
Zorg er altijd voor dat het gereedschap veilig op
het werkstuk is geplaatst en niet kan wegglijden.
8.
Draag gehoorbescherming om uw oren te
beschermen tegen het uitlaatgeluid en draag
hoofdbescherming. Draag tevens lichte maar
geen
losse
dichtgeknoopt zijn of de mouwen moeten
worden opgerold. Draag geen stropdas.
Gevaren bij gebruik
1.
Houd het gereedschap correct vast: wees
voorbereid
bewegingen, zoals terugslag, op te vangen.
2.
Zorg voor een goede lichaamsbalans en stevige
stand.
3.
Een geschikte veiligheidsbril moet worden
gebruikt
beschermende kleding worden aanbevolen.
4.
Geschikte gehoorbescherming moet worden
gedragen.
5.
Gebruik de correcte voeding, zoals beschreven
de
in de gebruiksaanwijzing.
6.
Gebruik het gereedschap niet op bewegende
platformen
vrachtwagens. Door een plotselinge beweging van
het
platform
gereedschap verliezen en kan letsel worden
veroorzaakt.
7.
Ga er altijd vanuit dat in het gereedschap
bevestigingsmiddelen zitten.
8.
Werk niet gehaast en forceer het gereedschap
niet. Hanteer het gereedschap voorzichtig.
het
gebruik
te
zorgen
dat
anderen moeten
afgeschoten
en
letsel
kleding.
Manchetten
om
normale
of
en
geschikte
handschoenen
of
in
de
laadruimte
kunt
u
de
controle
van
elektrisch
geschikte
worden
kunnen
moeten
plotselinge
en
van
over
het