Nederlands
2. Steek de batterij in het acculader
Druk de batterij stevig op zijn plaats, tot het de bodem
van het lader-compartiment raakt.
LET OP
Zorg dat de batterij in de juiste richting van plus en
min wordt geplaatst, anders is niet alleen opladen
onmogelijk, maar er kunnen ook storingen in de
werking van de oplader ontstaan zoals een beschadigd
oplaadcontact.
Tabel 1
Knippert
Voor het
laden
(ROOD)
Tijdens
Brandt
opladen
(ROOD)
Knippert
Na opladen
(ROOD)
Opladen
Knippert
onmogelijk
(ROOD)
Brandt
Oververhitting
(GROEN)
standby
OPMERKING: De UC18YRL koelt de oververhitte batterij met een koelventilator af.
(2) Batreffende de temperatuur van de oplaadbare batterij
De temperatuur van oplaadbare batterijen verloopt
zoals aangegeven in de onderstaande tabel; batterijen
die erg warm zijn dient u voor het opladen even af te
laten koelen.
Tabel 2 Temperatuur voor opladen van baterijen
Chargeur
Oplaadbare
batterijen
Ni-Cd batterijen
Ni-MH batterijen
Li-ion batterijen
4. Trek de stekker van het oplaadapparaat uit het
stopkontakt
5. Houd het oplaadapparaat stevig vast en trek de
batterij er uit
OPMERKING
Verwijder beslist de accu van de lader na gebruik.
Bewaar op een veilige plaats.
LET OP
Als wordt geprobeerd de batterij op te laden terwijl
deze te warm is geworden door langdurige
blootstelling aan direkt zonlicht of onmiddellijk na
gebruik van de batterij, is het mogelijk dat het
kontrolelampje van de acculader groen oplicht. Mocht
dit zich voordoen, laat de batterij dan eerst even
afkoelen alvorens u deze oplaadt.
48
Aanduidingen van het controlelampje
Brandt ongeveer 0,5 sekonde.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde niet.
(Uit voor 0,5 seconde)
Blift branden
Brandt ongeveer 0,5 sekonde.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde niet.
(Uit voor 0,5 sekonde)
Brandt ongeveer 0,1 sekonde.
Brandt ongeveer 0,1 sekonde niet.
(Uit voor 0,1 sekonde)
Blijft branden
UC14YFA
UC18YRL
UC24YFA
–5°C – 55°C
0°C – 45°C
–5°C – 50°C
x
0°C – 50°C
3. Opladen
Wanneer een batterij in de acculader wordt
aangebracht, blijft het controlelampje kontinu rood
branden.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, gaat het
controlelampje in rood knipperen (Met tussenpozen
van 1 sekonde) (Zie Tabel 1).
(1) Aanduiding van de controlelampje
De aanduidingen van het controlelampje zijn zoals
aangegeven in Tabel 1, al naar gelang de toestand
van de oplaadbare batterij of het acculader.
Wanneer het controlelampje snel in rood knippert
(vijfmaal per sekonde), neem de batterij dan uit het
oplaadapparaat en controleer de opening van de
laatste dan op de aanwezigheid van een voorwerp
dat er niet hoort. Is er geen voorwerp in de opening
aanwezig, dan is de storing waarschijnlijk te wijten
aan de oplaadbare batterij of het oplaadapparaat.
Laat deze dan controleren door een bevoegde
onderhoudsinstantie.
Omdat de ingebouwde mircocomputer ongeveer 3
seconden nodig heeft om te bevestigen dat de met
UC14YFA, UC24YFA en UC18YRL opgeladen batterij
uit de lader is genomen, dient u 3 seconden te wachten
met het terugplaatsen van de batterij om het opladen
te continueren. De batterij wordt mogelijk onjuist
opgeladen wanneer u de batterij binnen drie seconden
terugplaatst.
〈UC18YG〉
Voor het gebruik van de snoerloze haakse slijpmachine
dient de accu als volgt opgeladen te worden.
1. Sluit het snoer van de oplader aan op een
stopkontakt
Wanneer het snoer aangesloten wordt, wordt de
oplader ingeschakeld.
2. Steek de batterij in de oplader
Steek de batterij stevig en op de juiste manier naar
binnen tot deze de bodem van de lader raakt (de
indikator gaat branden).
Er is iets mis met de
batterij of met het
acculader.
De batterij is oververhit. De
batterij kan niet opgeladen
worden (het opladen wordt
hervat wanneer de batterij
is afgekoeld).