NL
MXC
Laad de accupacks niet in oplaadapparaten
van andere fabrikanten. Anders bestaat
brand- en explosiegevaar.
– Bescherm het apparaat tegen vocht.
– Bescherm het snoer tegen hitte, olie en
scherpe randen.
– Controleer regelmatig de stekker en de ka-
bel en laat deze bij beschadiging door een
geautoriseerde
vernieuwen.
6
Inwerkingstelling
WAARSCHUWING
Ontoelaatbare spanning of frequentie!
Gevaar voor ongevallen
X
De netspanning en de frequentie van de
stroombron dienen met de gegevens op
het typeplaatje overeen te stemmen.
X
In Noord-Amerika mogen alleen Festool-
machines met een spanningsopgave van
120 V/60 Hz worden ingezet.
6.1
Accupack laden
Laad alleen accupacks op die voor het
oplaadapparaat
Technische gegevens)!
De LED
[1-3]
van het oplaadapparaat geeft
de betreffende bedrijfstoestand van het op-
laadapparaat weer.
LED geel - continulicht
Oplaadapparaat is gebruiksklaar.
LED groen - snel knipperen
Accupack wordt met maximale stroom gela-
den.
LED groen - langzaam knipperen
Accupack is voor 80 % geladen en wordt met
gereduceerde stroom verder geladen.
LED groen - continulicht
Accupack is opgeladen.
LED rood - continulicht
Accutemperatuur ligt buiten de toelaatbare
grenswaarden (0 °C tot + 45 °C).
LED rood - knipperen
Algemene foutindicatie, bijv. geen volledig
contact, kortsluiting, accupack defect, etc.
22
onderhoudswerkplaats
[1]
bestemd
zijn
(zie
6.2
Wandbevestiging oplaadappa-
raat
Het oplaadapparaat MXCbeschikt aan de
achterzijde over twee langgaten. Het kan
met behulp van twee schroeven (bijv. half-
ronde of vlakkopschroeven met schachtdia-
meter 5 mm) aan een wand worden opge-
hangen (zie afb. [1]).
7
Onderhoud en verzorging
Neem de volgende aanwijzingen in acht:
– Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen van
het elektrisch gereedschap en het oplaad-
apparaat schoon blijven, zodat de koeling
gegarandeerd is.
– Zorg ervoor dat de aansluitcontacten van
het elektrisch gereedschap, oplaadappa-
raat en accupack schoon blijven.
8
Accessoires
Maak uitsluitend gebruik van de voor deze
machine bestemde originele Festool-acces-
soires en het Festool-verbruiksmateriaal,
omdat deze systeemcomponenten optimaal
op elkaar zijn afgestemd. Bij het gebruik van
accessoires en verbruiksmateriaal van ande-
re leveranciers is een kwalitatieve beïnvloe-
ding van de werkresultaten en een beperking
van de garantieaanspraken waarschijnlijk. Al
naar gelang de toepassing kan de slijtage
van de machine of de persoonlijke belasting
van uzelf toenemen. Bescherm daarom uzelf,
uw machine en uw garantieaanspraken door
uitsluitend gebruik te maken van originele
Festool-accessoires en Festool-verbruiksma-
teriaal!
De bestelnummers voor accessoires en ge-
reedschap vindt u in uw Festool-catalogus of
op het internet op www.festool.com.
9
Afvoer
Geef het apparaat niet met het huisvuil
mee! Voer de apparaten, accessoires en ver-
pakkingen op milieuvriendelijke wijze af!
Neem de geldende nationale voorschriften in
acht.
Alleen EU: Volgens de Europese richtlijn
2002/96/EG dienen oude elektrische appara-
ten gescheiden te worden ingezameld en op
milieuvriendelijke wijze te worden afge-
voerd.