2 Productbeschrijving
2.1 Productoverzicht (zie afb. 1)
Pos.
Onderdeel
A
scharnierafdekking
B
pelottehouder
C
Technogel®-condylenkussentje
3 Gebruik
3.1 Gebruiksdoel
De orthese mag uitsluitend worden gebruikt als hulpmiddel ter ondersteuning van de functie van
de knie en mag alleen in contact worden gebracht met intacte huid.
De orthese moet volgens de indicatie en in overeenstemming met de instructies van de arts wor
den gebruikt.
3.2 Indicaties
•
Na rupturen van de voorste en/of achterste kruisband (ACL, PCL), beschadiging van de
mediale of laterale band (MCL, LCL) of een kapselbandoperatie
•
Conservatieve, pre- en postoperatieve gewrichtsstabilisatie (bijv. na meniscopexie of meniscu
stransplantatie) met bewegingsbeperking
•
Conservatieve therapie van chronische complexe instabiliteit van het kniegewricht
De indicatie wordt gesteld door de arts.
3.3 Contra-indicaties
3.3.1 Absolute contra-indicaties
Niet bekend.
3.3.2 Relatieve contra-indicaties
Bij de volgende indicaties is overleg met de arts noodzakelijk: huidaandoeningen/-letsel; ontste
kingen; hypertrofisch littekenweefsel met zwelling, roodheid en verhoogde temperatuur in het
gedeelte van het lichaam waar het hulpmiddel wordt gedragen; ernstige spataderen, in het bijzon
der met veneuze insufficiëntie; lymfeafvoerstoornissen alsmede zwellingen met een onbekende
oorzaak van weke delen die zich niet in de directe nabijheid van het hulpmiddel bevinden; sensibi
liteits- en doorbloedingsstoornissen in de benen, bijv. bij diabetische neuropathie.
3.4 Werking
De orthese is bedoeld voor het stabiliseren van de knie.
4 Veiligheid
4.1 Betekenis van de gebruikte waarschuwingssymbolen
VOORZICHTIG
LET OP
Waarschuwing voor mogelijke ongevallen- en letselrisico's
Waarschuwing voor mogelijke technische schade
Pos.
Onderdeel
D
gesp
E
tibiapelotte
F
schroefverbinding
Ottobock | 37