Flitslampen:
De flitslampen van de Magnolux-serie
worden compleet met flitsbuis en halogeen-
lamp geleverd. Deze worden om veiligheids-
redenen apart verpakt.
Voor gebruik eerst de flitsbuis en halogeen-
lamp plaatsen zoals omschreven bij punt (10)
De bus (34) past op een lampstatief met 5/8"
aansluitbus. Fixeer de flitslamp op het
statief met schroef (41).
Hierna de flitslamp aansluiten op de genera-
tor. Stekker (39) aan een van de lampa-
ansluitingen (17), (18) of (19) van de genera-
tor bevestigen. Hiervoor eerst het voorste
deel van de stekker in de aansluiting steken
en dan het achterste gedeelte naar beneden
drukken tot deze inklikt (20).
Alle stekkers en contra-stekkers van het
Magnolux-systeem zijn tegen overbelasting
gezekerd. Flitsbuizen met een geringere
belastbaarheid kunnen aan een Magnolux-
generator gekoppeld worden met een hoger
vermogen zonder schadelijke gevolgen.
LET OP:
Op de flitslamp aansluitingen (17), (18) en
(19) van de Magnolux mogen uitsluitend Mul-
tiblitz
lampkoppen
worden. Ook alle lampkoppen van de Multi-
blitz serie Magnolite kunnen zonder proble-
men gebruikt worden. Vanzelfsprekend
mogen géén flitslampen van een ander
fabrikaat aangesloten worden.
Aansluitingen generator
Generator met hoofdschakelaar (1) inscha-
kelen. De flitsenergie wordt met schakelaar
(25) verdeeld over lampkopaansluiting 1 en
2. Met schakelaar (21), (22) en (23) kunnen
aangesloten flitslampen aan- en uitgescha-
keld worden. (zie fig.3 / vermogensregeling)
Na het inschakelen van een flitslamp licht de
display (5) en/of (7) op.
Na het oplichten van de display(s) is de
generator direct flitsgereed. Met knop ((8)
kan een testflits gemaakt worden.
de vermogensregelaar (4) en (6) kan het
vermogen van kanaal 1 en 2 traploos over
4 diafragmawaarden geregeld worden.
3. Vermogensregeling
De generatoren Magnolux 1200 en 2400
zijn met 2 flitslampaansluitingen uitgerust.
Het totale vermogen wordt symmetrisch ver-
36
deeld over kanaal 1 en 2. Elk kanaal is
afzonderlijk traploos regelbaar waardoor een
a-symmetrische instelling van de aangeslo-
ten flitslampen mogelijk is. Het maximale
vermogen (1200Ws. resp. 2400Ws.) kan uits-
luitend over kanaal 1 afgegeven worden.
De generator Magnolux 3600 is uitgerust met
3 flitslampaansluitingen.
Het totale vermogen wordt automatisch
a-symmetrisch verdeeld in een verhouding
van 2/3 voor kanaal 1 met één flitslam-
paansluiting en 1/3 voor kanaal 2 met twee
flitslampaansluitingen.
vermogen kan uitsluitend over kanaal 1
afgegeven worden.
De display's (5) en (7) geven het vermogen
in digitale waarden aan:
Positie 5.0 = maximaal vermogen, positie 1.0
laagste vermogen. Het vermogen wordt tra-
ploos geregeld en is op de display zichtbaar
per 1/10 stop. De herhalingsnauwkeurigheid
van de instelling bedraagt +/- 1%.
Met schakelaar (25) kan het vermogen van
de generator verdeeld worden over kanaal
1 en 2.
Schakelaar (25) ingedrukt, LED (26) brandt.
Het beschikbare totale vermogen wordt over
aangesloten
kanaal 1 afgegeven.
Schakelaar (25) niet ingedrukt, LED (26)
brandt NIET:
Magnolux 1200 en 2400:
Totale vermogen over kanaal 1 (50%) en
kanaal 2 (50%) verdeeld.
Magnolux 3600:
Totale vermogen over kanaal 1 (67%) en
kanaal 2 (33%) verdeeld, zijn op dit kanaal 2
flitslampen aangesloten dan heeft iedere
flitskop (16,5%) vermogen.
Een electronische schakeling zorgt voor
slechts uiterst geringe schommelingen van
de kleurtemeratuur (K) in alle regelbereiken.
Deze verschillen zijn zo klein dat dit in de
dagelijkse praktijk niet waarneembaar is.
Met de schakelaar (21), (22) en (23) worden
Met
de flitslamp-aansluitingen AAN en UIT
geschakeld. AAN = LED (24) brandt. Is er
geen stekker aan de flitslamp-aansluiting
aangesloten dan brandt de display (5) en (7)
niet.
Pas na het insteken van een flitslamp-stek-
ker zal de display (5) of (7) branden. Dit is
tevens het flitsgereed teken.
Het
maximale