De opgegeven geluidsemissiewaarden zijn geme-
ten volgens een genormaliseerde testprocedure
en kunnen worden gebruikt om elektrische ge-
reedschappen onderling te vergelijken.
De opgegeven geluidsemissiewaarden kunnen
ook worden gebruikt voor een voorlopige inschat-
ting van de belasting.
Waarschuwing:
De geluidsemissies kunnen tijdens de daad-
werkelijke inzet van het elektrisch gereedschap
afwijken van de vermelde waarden, afhankelijk
van de manier waarop het gereedschap wordt
gehanteerd, en met name van het soort werkstuk
dat wordt bewerkt.
Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot
een minimum!
•
Gebruik enkel intacte toestellen.
•
Onderhoud en reinig het toestel regelmatig.
•
Pas uw manier van werken aan het toestel
aan.
•
Overbelast het toestel niet.
•
Laat het toestel indien nodig nazien.
•
Schakel het toestel uit als het niet wordt ge-
bruikt.
Voorzichtig!
Restrisico's
Er blijven altijd restrisico's over ook al wordt
dit elektrisch gereedschap naar behoren be-
diend. Volgende gevaren kunnen zich voordo-
en in verband met de bouwwijze en uitvoe-
ring van dit elektrisch gereedschap:
1. Longletsels indien geen gepaste stofmasker
wordt gedragen.
2. Gehoorschade indien geen gepaste gehoor-
beschermer wordt gedragen.
3. Schade aan de gezondheid die voortvloeit
uit hand-arm-trillingen indien het toestel lang
zonder onderbreking wordt gebruikt of niet
naar behoren wordt gehanteerd en onder-
houden.
Anl_TC_MS_216_SPK9.indb 99
Anl_TC_MS_216_SPK9.indb 99
NL
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
Waarschuwing!
Verwijder altijd de netstekker uit het stop-
contact voordat u het gereedschap anders
afstelt.
5.1 Algemeen
•
De machine moet stabiel worden opgesteld,
d.w.z. vastschroeven op een werkbank, een
universeel onderstel e.d.
•
Vóór inbedrijfstelling moeten alle afdekkingen
en veiligheidsinrichtingen zoals voorgeschre-
ven zijn gemonteerd.
•
Het zaagblad moet vrij kunnen draaien.
•
Bij reeds bewerkt hout op vreemde voorwer-
pen letten zoals bijv. spijkers of schroeven
enz.
•
Voordat u de Aan/Uit-schakelaar indrukt,
moet u zich ervan vergewissen dat het zaag-
blad correct is gemonteerd en beweeglijke
onderdelen gemakkelijk bewegen.
5.2 Zaag opbouwen (afb. 2, 3, 6)
De werkstuksteunen (21) moeten erin gestoken
en met de vastzetgrepen (25) vastgedraaid wor-
den.
De spaanopvangzak (14) wordt door de meta-
len ring aan de opening uiteen te trekken op de
uittree-opening (30) van de afkortzaag gestoken.
Zodra de metalen ring zijn oorspronkelijke vorm
heeft aangenomen is de spaanopvangzak veilig
gemonteerd.
5.3 Zaag instellen (afb. 1/2)
•
Om de draaitafel (8) te verstellen de vastzet-
greep (10) ca. 2 omdraaiingen losdraaien om
de draaitafel te ontgrendelen.
•
De draaitafel bezit grendelstanden bij 0°, 15°,
22,5°, 30°, 45°. Zodra de draaitafel is vastge-
klikt moet de stand worden gefixeerd door de
vastzetgreep (10) vast te draaien.
•
Als er andere hoekstanden nodig zijn, dan
wordt de draaitafel (8) alleen gefixeerd via de
vastzetgreep (10).
•
De zaag wordt uit de onderste werkstand
ontgrendeld door de machinekop (4) iets naar
beneden te drukken en tegelijkertijd de borg-
bout (16) eruit te trekken.
•
Machinekop (4) naar boven zwenken.
- 99 -
15.03.2019 13:55:46
15.03.2019 13:55:46