• Gebruik een passende schroevendraaier voor het aandraaien van
de schroeven van de aansluitingen.
Bij gebruik van een te kleine schroevendraaier zal de kop van de
schroef beschadigd worden waardoor de schroef niet goed kan
worden vastgedraaid.
• Draai de aansluitpuntschroeven niet te vast aan, anders kunnen
de schroeven beschadigd worden.
• Zie volgende tabel voor de aantrekkoppels van de aansluit-
puntschroeven.
• Neem de aardkabel uit de inkeping van de cup vulring en leg de
kabel voorzichtig zodat de andere kabels niet aan de vulring vast-
haken. Anders zal de aardkabel niet voldoende contact maken
waardoor het aardingseffect verloren gaat.
• Breng geen soldeer op de loszittende kerndraadjes aan.
Draadoog-type
aansluitpunt
Schroefmaat
M8 (Aansluitingenblok voeding)
M8 (Aarde)
M4 (X2M)
M3,5 (X3M)
7-4 Aansluiten van bedrading binnen in units
• Leid en bevestig de voedings- en besturingsbedrading met
behulp van de meegeleverde klem (1), (2) en (3) aan de hand van
onderstaande afbeelding.
• Leid de aardkabel zo dat deze niet in contact komt met de voed-
ingsdraden van de compressor. Als de aardkabel in contact komt
met de voedingsdraden van de compressor heeft dit een nadelige
invloed op de overige apparatuur.
• Zorg ervoor dat geen enkele bedrading in contact komt met de
leidingen (gearceerde delen in afbeelding).
• De besturingsbedrading moet tenminste 50 mm verwijderd zijn
van de voedingsbedrading.
• Controleer na het voltooien van de bekabeling of bij de elektrische
onderdelen in de besturingskast geen losse verbindingen zijn.
[5A, 6A type]
6
5
1
2
3
4
9
14
Cup vulring
Stuk dat moet worden
weggesneden
Aantrekkoppel (N•m)
5,5 - 7,3
2,39 - 2,91
0,79 - 0,97
7
11
8
19
12
13
[8A, 10A, 12A type]
6
5
14
10
1
2
3
4
9
[15A, 20A type]
16
17
18
1
2
3
15
4
9
1 Buis
2 De aansluitwerkzaamheden zorgvuldig uitvoeren zodat de kabel
niet in contact komt met de poort
3 Leggen van kabels met een hoge spanning (voedingskabels,
aardkabels en waarschuwings-/alarm-/werkingsuitgangskabels)
vanaf de linkerkant
4 Lokale leidingen aansluiten
5 Aansluitingenblok voeding (X1M)
6 X2M aansluitingenblok voor waarschuwings-, alarm- en werking-
suitgangssignalen
7 Aarde-aansluitingenblok
8 Leggen van kabels met een hoge spanning (voedingskabels,
aardkabels en waarschuwings-/alarm-/werkingsuitgangskabels)
vanaf de rechterkant
9 Leggen van kabels met een hoge spanning (voedingskabels,
aardkabels en waarschuwings-/alarm-/werkingsuitgangskabels)
vanaf de voorkant
10 Bevestigd aan de steun met de bijgeleverde klem (3)
11 Aansluitingenblok (X3M) voor afstandsbedieningsschakelaar
12 Bij het leggen van de kabels van de afstandsbedieningsschake-
laar via een kabelopening
13 Minimaal 50 mm uit elkaar houden
14 Steun
15 De aansluitwerkzaamheden zorgvuldig uitvoeren zodat de geluid-
sisolatie van de compressor niet losraakt
16 Ondersteuning
17 Bevestigd aan de achterkant van de ondersteuning met de
bijgeleverde klem (1)
18 Bevestigd met de bijgeleverde klem (3)
19 Bevestigd aan de achterkant van de ondersteuning met de
bijgeleverde klem (2)
VOORZORGSMAATREGELEN
Controleer na het voltooien van de elektrische werkzaamheden of er
geen losse stekkers of aansluitingen van elektrische onderdelen in
de besturingskast zijn.
7
11
8
19
12
13
6
5
7
11
8
19
13
12
Nederlands