4 Installatie
(mm)
Voorzie altijd minstens 300 mm vrije ruimte onder de unit. De unit
moet bovendien ook minstens 100 mm boven de maximaal
verwachte sneeuwhoogte geplaatst zijn. Voorzie in dat geval best
een voetstuk.
4.2.2
De buitenunit installeren
4.2.3
Afvoer voorzien
OPMERKING
Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat het
afgevoerde condensaat NIET kan bevriezen als de unit in
een koud klimaat is geïnstalleerd.
INFORMATIE
Voor meer informatie over de beschikbare opties, neem
contact op met uw verdeler.
OPMERKING
Voorzie minstens 300 mm vrije ruimte onder de unit. Zorg
daarbij ervoor dat de unit minstens 100 mm boven de
mogelijke hoogte van sneeuw staat.
1 Gebruik een afvoerplug voor de afvoer.
2 Gebruik een slang van Ø16 mm (lokaal te voorzien).
Montagehandleiding
38
4× M8/M10
a
Afvoerpoort
b
Onderste frame
c
Afvoerplug
d
Slang (lokaal te voorzien)
4.2.4
Ervoor zorgen dat de buitenunit niet kan
omvallen
Voer de volgende stap uit als de unit wordt geïnstalleerd op een
plaats waar ze aan sterke winden is blootgesteld:
1 Maak 2 kabels klaar zoals getoond op de volgende afbeelding
(ter plaatse te voorzien).
2 Leg de 2 kabels over de buitenunit.
3 Stop een stuk rubber tussen de kabels en de buitenunit zodat
de kabels de verf niet kunnen beschadigen (lokaal te voorzien).
4 Maak de uiteinden van de kabels vast en draai ze vast.
4.3
De koelmiddelleiding aansluiten
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
4.3.1
Over het aansluiten van de
koelmiddelleidingen
Alvorens de koelmiddelleidingen aan te sluiten
Controleer of de buitenunit en binnenunit gemonteerd zijn.
Typische werkstroom
De koelmiddelleiding aansluiten betekent:
▪ De koelmiddelleiding op de binnenunit aansluiten
▪ De koelmiddelleiding op de buitenunit aansluiten
▪ De koelmiddelleiding isoleren
▪ Houd rekening met de richtlijnen voor:
▪ Buigen van leidingen
▪ Leidinguiteinden optrompen
▪ Gebruik van de afsluiters
b
a
c
d
(A)RXP20~35M5V1B
R32 Split-reeks
3P519299-5B – 2018.12