De kettingrem controleren
LET OP:
Houd de kettingzaag met beide
handen vast wanneer u hem inschakelt. Houd de
bovenhandgreep met uw rechterhand vast en de
voorhandgreep met uw linkerhand. Het zaagblad
en de zaagketting mogen geen enkel voorwerp
raken.
LET OP:
Als de zaagketting niet onmiddellijk
tot stilstand komt wanneer deze controle wordt
uitgevoerd, mag de kettingzaag onder geen
beding worden gebruikt. Neem contact op met
ons erkende servicecentrum.
1.
Druk eerst de uit-vergrendelknop in en knijp
daarna de trekkerschakelaar in. De zaagketting begint
onmiddellijk te draaien.
2.
Duw de beschermkap van de voorhandgreep naar
voren met de rug van uw hand. Verzeker u ervan dat de
zaagketting onmiddellijk tot stilstand komt.
► Fig.7: 1. Beschermkap van de voorhandgreep
2. Vrij gezette stand 3. Vergrendelde stand
De uitlooprem controleren
LET OP:
Als de zaagketting bij deze con-
trole niet binnen twee seconden tot stilstand
komt, stopt u met het gebruik van de ketting-
zaag en neemt u contact op met ons erkende
servicecentrum.
Laat de kettingzaag draaien en laat daarna de trekker-
schakelaar helemaal los. De zaagketting moet binnen
twee seconden tot stilstand komen.
De kettingsmering afstellen
U kunt de toevoersnelheid van de oliepomp afstellen
met de stelschroef met behulp van de universele
sleutel. De hoeveelheid olie kan in 3 standen worden
afgesteld.
► Fig.8: 1. Stelschroef
Karabijnhaak (bevestigingspunt
voor een touw)
U kun het gereedschap laten hangen door een touw
vast te knopen aan de karabijnhaak. Trek de karabijn-
haak omhoog en knoop er daarna een touw aan vast.
Elektronische functies
Het gereedschap is uitgerust met elektronische functies
voor een eenvoudige bediening.
•
Zachte start
De functie zachte-start minimaliseert de start-
schok en laat het gereedschap geleidelijk starten.
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens enig werk aan het gereedschap uit te
voeren.
LET OP:
Raak de zaagketting niet met blote
handen aan. Draag altijd handschoenen wanneer
u de zaagketting hanteert.
De zaagketting aanbrengen of
verwijderen
LET OP:
De zaagketting en het zaagblad zijn
kort na gebruik nog heet. Laat ze eerst afkoelen,
voordat u enige werkzaamheden aan het gereed-
schap uitvoert.
LET OP:
Voer de procedure voor het aanbren-
gen of verwijderen van de zaagketting uit in een
schone omgeving, vrij van zaagsel en dergelijke.
Om de zaagketting te verwijderen, gaat u als volgt te
werk:
1.
Zet de kettingrem los door aan de beschermkap
van de voorhandgreep te trekken.
2.
Draai de stelschroef voor de zaagketting los en
draai daarna de bevestigingsmoer los.
► Fig.9: 1. Stelschroef voor de zaagketting
2. Bevestigingsmoer
3.
Verwijder de afdekking van het kettingwiel en
verwijder daarna de zaagketting en het zaagblad vanaf
de kettingzaag.
Om de zaagketting aan te brengen, gaat u als volgt te
werk:
1.
Controleer de richting van de zaagketting. Zorg
ervoor dat de richting van de zaagketting hetzelfde is
als die van de markering op het kettingzaaghuis.
2.
Leg één kant van de zaagketting op de bovenkant
van het zaagblad.
3.
Leg de andere kant van de zaagketting rond het
kettingwiel, en bevestig daarna het zaagblad aan het
kettingzaaghuis, waarbij het gat in het zaagblad moet
zijn uitgelijnd met de pen op het kettingzaaghuis.
► Fig.10: 1. Kettingwiel 2. Gat
4.
Steek het uitsteeksel op de afdekking van het
kettingwiel in het kettingzaaghuis, en sluit daarna de
afdekking zodat de bout en pennen op het kettingzaag-
huis op hun plaats in de afdekking vallen.
► Fig.11: 1. Uitsteeksel 2. Afdekking van het ketting-
wiel 3. Bout 4. Pen
5.
Draai de bevestigingsmoer vast om de afdekking
van het kettingwiel vast te zetten, en draai hem daarna
iets los om de spanning te kunnen afstellen.
► Fig.12: 1. Bevestigingsmoer
66 NEDERLANDS