Monacor PA-5240 Manual De Instrucciones página 22

Ocultar thumbs Ver también para PA-5240:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 24
bijbehorende toets "Mic / Line" (35), zodat
de ingang naar lijnniveau is geschakeld . De
overeenkomstige toets "P .H . +18 V" (36)
mag niet zijn ingedrukt, zodat de fantoom­
voeding is uitgeschakeld .
3) Voor het AUX­kanaal bepaalt u met de
keuzeschakelaar "5 6 7" (3) het apparaat
dat moet worden beluisterd .
5.4 Een equalizer of ander apparaat
tussenschakelen
Voor de externe klankregeling kunt u bv .
een equalizer tussenschakelen via de jacks
INSERTS (18) .
1) Verbind de ingang van het apparaat met
de jack PRE OUT .
2) Verbind de uitgang van het apparaat met
de jack AMP IN .
Opmerking: In de versterker wordt het signaal
onderbroken, wanneer alleen de jack AMP IN is aan­
gesloten of het tussengeschakelde apparaat niet is
ingeschakeld, defect is of niet correct is aangesloten .
De aangesloten luidsprekers blijven dan gedempt .
5.5 Bijkomende versterker
Indien er meer luidsprekers nodig zijn dan toe­
gelaten voor de versterker, is een bij komende
versterker noodzakelijk . Verbind de ingang
van de bijkomende versterker met de jack PRE
OUT in het aansluitbereik INSERTS (18) . Het
signaal voor de bijkomende versterker wordt
niet door de zoneverzwakker (6) beïnvloed .
5.6 Schakelaars voor gong en sirene
Verbind voor de afstandsbediende activering
van de gong een drukknop met de contacten
"Remote Chime" (30) . Om de sirene te kun­
nen gebruiken, sluit u een schakelaar aan op
de contacten "Remote Siren" (30) . Om vanaf
meerdere plaatsen een bediening mogelijk te
maken, kunt u ook meerdere drukknoppen
resp . schakelaars parallel schakelen .
5.7 Schakelaar voor afstandsbediend
in- en uitschakelen
Via een afzonderlijke schakelaar kunt u de
versterker afstandsbediend in­ en uitschake­
len . Verbind hiervoor een POWER­schakelaar
met de schroefklemaansluiting AC POWER
REMOTE (26) . Voor het afstandsbediend in­
en uitschakelen mag de versterker niet zijn
ingeschakeld met de schakelaar POWER (14) .
5.8 Netvoeding en
noodstroomvoeding
1) Als de versterker bij een eventuele stroom­
uitval verder moet werken, sluit u op de
klemmen DC POWER 24 V⎓ (28) een
noodvoeding van 24 V aan (bv . PA­24ESP
van MONACOR) . Bij een kabellengte van
maximum 4 m is een dwarsdoorsnede van
5 mm
vereist .
2
Opmerking: Als de aansluitingen DC POWER
24 V⎓ van de noodstroomeenheid onder de span­
ning van 24 V staan, kan de versterker met de
schakelaar POWER (14) niet worden uitgescha­
keld . De versterker schakelt bij een stroomuitval
of in uitgeschakelde toestand automatisch om
naar de noodvoeding .
22
2) Ten slotte verbindt u het meegeleverde
netsnoer eerst met de jack (24) en plugt
u het in een stopcontact (230 V/ 50 Hz) .
3) Ook wanneer de versterker is uitgescha­
keld, verbruikt hij een geringe hoeveelheid
stroom . Trek daarom de stekker uit het
stopcontact en koppelt u de noodvoeding
eventueel los, wanneer u de versterker lan­
gere tijd niet gebruikt .
6 Bediening
Als de versterker is uitgeschakeld en met de
voedingsspanning is verbonden, licht de LED
"stand by" (11) op .
1) Alvorens het apparaat een eerste keer
in gebruik te nemen, plaatst u de vijf in­
gangsregelaars INPUT­1 tot INPUT­4 en
AUX (8) evenals de regelaars MASTER (9)
in de stand nul .
2) Schakel de versterker in met de schake­
laar POWER (14) of met een schakelaar
die op de schroefklemaansluiting AC
POWER REMOTE (26) is aangesloten .
De LED "stand by" gaat uit en de LED
"power" (12) licht op .
6.1 Het volume instellen
1) Draai eerst de regelaar INPUT (8) van het
signaal dat het sterkst moet worden ge­
hoord, in de stand 7 (bv . INPUT­1 voor
noodaankondigingen op kanaal 1 met de
hoogste prioriteit) .
2) Plaats de zoneverzwakkers ZONE ATTENU­
ATORS (6) van de zone waar het geluid het
sterkst moet zijn, in de stand 5 .
3) Doe een aankondiging via de betreffende
microfoon en stel met de regelaar MAS­
TER (9) het maximaal gewenste volume
in . Daarbij mag de LED "clip" van de
volume­ indicator (10) echter niet oplich­
ten . De versterker wordt dan overstuurd
en de signalen vervormd . Draai de regelaar
MASTER overeenkomstig terug .
Indien het gewenste volume niet wordt
bereikt, en de LED "clip" nog niet oplicht,
draai dan de betreffende regelaar INPUT
verder open .
4) Regel daarna met de zoneverzwakkers (6)
tijdens een aankondiging ook het volume
van de overige zones .
5) Stel het volume van andere microfoons en
signaalbronnen in met de bijbehorende
regelaars (8) . Draai de regelaar van de on­
gebruikte kanalen steeds in de stand nul .
6) Om een apparaat te selecteren dat op een
van de jacks AUX INPUTS (19) is aangeslo­
ten, stelt u de keuzeschakelaar "5 6 7" (3)
in . Draai hiervoor de regelaar AUX eerst
in de nulstand . Zo vermijdt u luide scha­
kelploppen .
7) Stel de klang in met de beide regelaars
"Bass" en "Treble" (4) . Stel met de rege­
laars PACK (5) de klank in voor een module
in de opening (1) .
8) Wenst u in bepaalde zones tijdelijk geen
geluid, dan draait u de bijbehorende ver­
zwakkers (6) in de stand "off" .
6.2 Automatische volumedemping
– Een signaal van het kanaal 1 heeft prioriteit
op alle andere signalen, d .w .z . de andere
signalen worden in volume automatisch
gedempt, wanneer u in de microfoon op
kanaal 1 spreekt .
– Bij het indrukken van de spreektoets van
de microfoons PA­5000PTT worden het
geluidsvolume van het AUX­kanaal auto­
matisch verminderd .
– Bij het inschakelen van de sirene of het ac­
tiveren van de gong worden de ingangssig­
nalen eveneens gedempt .
De volumedemping kunt u met de regelaar
"Mute Level" (31) tussen −25 dB tot −35 dB
instellen .
6.3 Gong
De gong kan bv . vóór een aankondiging wor­
den geactiveerd met de toets CHIME (2), met
een drukknop die op de klemmen "Remote
Chime" (30) is aangesloten, en met de over­
spraaktoets van een PTT­microfoon . Stel het
gongvolume met behulp van een schroeven­
draaier in aan de regelaar "Chime Level" (33) .
Indien de gong niet moet worden geac­
tiveerd door de PTT­microfoons die op de in­
gangen 2 – 4 (34) zijn aangesloten, verwijdert
u de jumper op de schroefklemmen "INPUTS
Chime On / Off" (30) .
6.3.1 Omschakelen tussen gongsignaal van
twee en vier tonen
Met een stekkerbrug in de versterker kunt
u omschakelen tussen een gongsignaal van
twee en een van vier tonen .
WAARSCHUWING Het omschakelen van het
gongsignaal mag uitslui­
tend gebeuren door des­
kundig personeel . De ver­
sterker moet hiervoor worden geopend .
Trek in elk geval eerst de netstekker uit het
stopcontact, anders loopt u het risico van
een elektrische schok!
1) Als er een noodstroomeenheid is aangeslo­
ten, koppelt u deze van de aansluitingen
DC POWER (28) los, zodat de versterker
zeker buiten bedrijf is .
2) Schroef het deksel van de versterker af .
3) Voer met de stekkerbrug MS 1 op de linker
geleidingsplaat aan de achterzijde van de
versterker volgende instellingen door:
Stand "2T" = gongsignaal van twee tonen
Stand "4TONE" = gongsignaal van vier
tonen
4) Schroef het deksel weer vast .
6.4 Alarmsirene
De sirene kan via een schakelaar worden
geactiveerd die op de klemmen "Remote
Siren" (30) is aangesloten . Stel het volume
met behulp van een schroevendraaier in aan
de regelaar "Siren Level" (32) .
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Pa-548024.314024.3150

Tabla de contenido