5.2 Omstelling van de combizaag (fi g. 1-8)
De zaag heeft twee werkstanden:
A: tafelcirkelzaag (fi g. 1)
B: afkort- en verstekzaag (fi g. 2)
De omstelling van de combizaag moet pre-
cies volgens de volgende procedure en stap
voor stap worden uitgevoerd, anders kunnen
de constructiedelen beschadigd raken.
Let op! Netstekker uittrekken voordat u de
zaag omstelt!
In de toestand van de levering bevindt de zaag
zich in bedrijfstoestand A (tafelcirkelzaag).
5.2.1 De zaag omstellen op afkortbedrijf
•
Draai eerst de vastzetmoer (15) los.
•
Hou de zaagtafel (16) onder lichte tegendruk
omlaag en zet de grendelhefboom (24) los
(omlaag bewegen).
•
Let op! Door de terughaalveer slaat de machi-
ne vanzelf omhoog, d.w.z. de zaagtafel (16)
niet loslaten, maar zaagtafel (16) langzaam
en onder lichte tegendruk omhoog bewegen.
•
Vastzetmoer (15) opnieuw aanhalen.
•
Grendelhefboom (24) opnieuw aanhalen.
•
Machinekop met de handgreep (2) naar on-
der drukken en de borgbout (23) eruit trekken.
Daardoor wordt de schakelaar (4) voor het
tafelbedrijf stroomloos geschakeld en de
schakelaar (3) voor afkortbedrijf onder span-
ning gezet.
•
Let op! Door de terughaalveer slaat de machi-
ne automatisch naar boven, d.w.z. de greep
(2) niet loslaten, maar de machinekop lang-
zaam en onder lichte tegendruk naar boven
bewegen.
•
Onderste zaagbladafdekking (14) eraf ne-
men.
•
Nu is de zaag omgesteld op afkortbedrijf.
5.2.2 De zaag omstellen op tafelbedrijf
•
Machinekop verticaal en draaischijf (8) op 0°
zetten.
•
Arrêts (10) en spanschroef (22) fixeren.
•
Onderste zaagbladafdekking (14) op de
draaischijf (8) zetten, daarbij moeten de bei-
de achterste voeten van de afdekking (14)
stevig arrêteren achter de aanslagrail (7).
•
Ontgrendelingsknop (1) indrukken en machi-
nekop met de handgreep (2) verlagen tot de
onderste zaagbladafdekking (14) het zaag-
blad helemaal afdekt.
•
Borgbout (23) inschuiven om de zaag in de
onderste stand te fixeren; daardoor wordt de
NL
netspanning weer omgeleid van schakelaar
(3) naar schakelaar (4).
•
Zet de grendelhefboom (24) los (omlaag
bewegen).
•
Vastzetmoer (15) losdraaien en zaagtafel (16)
op de gewenste snijdiepte verlagen.
•
Vastzetmoer (15) opnieuw vastdraaien.
•
Grendelhefboom (24) opnieuw aanhalen.
•
Door het verlagen van de zaagtafel (16) wordt
de borgbout (23) door de vergrendelingsvork
(24) geblokkeerd zodat hij er niet uit kan wor-
den getrokken.
•
De zaag is weer omgebouwd op tafelmodus.
5.3 Zaag instellen (fi g. 1/2)
•
Om de draaischijf (8) te verstellen het arrêt
(10) ca. 2 omdraaiingen losdraaien.
•
De draaischijf (8) bezit arrêteerstanden bij 0°,
5°, 10°, 15°, 20°, 25°, 30°, 35°, 40° en 45°.
Zodra de draaischijf (8) gearrêteerd is moet
de stand extra gefixeerd worden door het ar-
rêt (10) vast te draaien.
•
Als er andere haakse standen nodig zijn, dan
wordt de draaischijf (8) alleen gefixeerd via
het arrêt (10).
•
Door de machinekop licht naar onder te
drukken en tegelijkertijd de borgbout (23) uit
de motorhouder te trekken wordt de zaag
ontgrendeld in de onderste werkstand. Borg-
bout (23) 90° draaien, opdat de machinekop
ontgrendeld blijft.
•
Machinekop naar boven zwenken.
•
De machinekop kan door de spanschroef
(22) los te draaien naar links max. 45° schuin-
gezet worden.
•
Controleren of de netspanning overeenkomt
met de op het gegevensplaatje vermelde
spanning en het apparaat aansluiten.
5.4 Fijnjustering van de aanslag voor afkorts-
nede 90° (fi g. 1-3/9/10)
•
De machinekop neerlaten naar onder en fixe-
ren met de borgbout (23).
•
Spanschroef (22) losdraaien.
•
Aanslaghoek (a) tussen zaagblad (5) en
draaitafel (8) instellen.
•
Contramoer (b) losdraaien en de justeer-
schroef (c) zo ver verstellen, tot de hoek
tussen zaagblad (5) en draaitafel (8) 90°
bedraagt.
•
Om deze instelling te fixeren de contramoer
(b) weer vastdraaien.
- 49 -