• Vermijd stuiten en haperen van de schijf vooral wan-
neer u bij hoeken of scherpe randen e.d. werkt. Dit kan
namelijk controleverlies en terugslag veroorzaken.
• Gebruik het gereedschap NOOIT met houtzaagbladen
of andere zaagbladen. Het gebruik van dergelijke bla-
den op een slijpmachine leidt vaak tot terugslag en
controleverlies met verwondingen als gevolg.
LET OP:
• Zet het gereedschap nooit aan terwijl de schijf het
werkstuk raakt. Dit kan namelijk verwonding van de
gebruiker tot gevolg hebben.
• Draag tijdens het werk altijd een veiligheidsbril of
gezichtsbescherming.
• Schakel het gereedschap na het gebruik altijd uit en
wacht totdat de schijf volledig tot stilstand is gekomen
alvorens het gereedschap neer te leggen.
Slijpen en schuren
Houd het gereedschap ALTIJD stevig vast met de ene
hand op de achterhandgreep en de andere hand op de
zijhandgreep. Schakel het gereedschap in en zet daarna
de schijf of disc op het werkstuk.
Doorgaans dient u de rand van de schijf of disc bij een
hoek van ongeveer 15 graden ten opzichte van het werk-
stukoppervlak te houden.
Gedurende de wenperiode met een nieuwe schijf mag u
het gereedschap niet in de richting B gebruiken, omdat
de schijf anders in het werkstuk zal snijden. Eens dat de
snede van de schijf afgerond is door het gebruik, kunt u
de schijf in zowel richting A als richting B gebruiken.
(Fig. 11)
Bediening met een komvormige draadborstel/
conische draadborstel (optioneel accessoire)
(Fig. 12)
LET OP:
• Controleer de werking van de draadborstel door het
gereedschap onbelast te laten draaien terwijl u erop let
dat niemand vóór of in één lijn met de draadborstel
staat.
• Gebruik de draadborstel niet wanneer deze bescha-
digd is of onbalans heeft. Het gebruik van een bescha-
digde draadborstel verhoogt de kans op verwonding
door aanraking van afgebroken borsteldraadjes.
Trek de stekker uit het stopcontact en leg het gereed-
schap ondersteboven zodat u goed bij de as kan. Verwij-
der het accessoire vanaf de as. Draai de komvormige
draadborstel/conische draadborstel op de as en zet deze
vast met de bijgeleverde sleutel. Voorkom tijdens gebruik
van de draadborstel te veel druk waardoor de draadjes te
veel verbuigen en daardoor te vroeg afbreken.
Gebruik met doorslijpschijf / diamantschijf
(optioneel accessoire) (Fig. 13)
WAARSCHUWING:
• Wanneer u een doorslijpschijf of diamantschijf gebruikt,
moet u altijd een beschermkap gebruiken die speciaal
ontworpen is voor gebruik met doorslijpschijven.
• Gebruik NOOIT een doorslijpschijf om zijdelings mee
te slijpen.
• Laat de schijf niet vastlopen en oefen geen buitenspo-
rige druk uit. Probeer niet een buitensporig diepe
snede te slijpen. Een te grote kracht op de schijf ver-
hoogt de belasting en de kans dat de schijf in de snede
verdraait of vastloopt, waardoor terugslag kan optre-
den, de schijf kan breken of de motor oververhit kan
raken.
42
• Begin niet met doorslijpen terwijl de schijf al in het
werkstuk steekt. Laat de schijf eerst de volle snelheid
bereiken en breng daarna de schijf voorzichtig in de
snede door het gereedschap naar voren over het werk-
stukoppervlak te bewegen. Wanneer het elektrisch
gereedschap wordt gestart terwijl de schijf al in het
werkstuk steekt, kan de schijf vastlopen, omhoog lopen
of terugslaan.
• Tijdens het doorslijpen mag u nooit de hoek van de
schijf veranderen. Door zijdelingse druk uit te oefenen
op de schijf (zoals bij schuren), zal de schijf barsten en
breken waardoor ernstig persoonlijk letsel wordt ver-
oorzaakt.
• Een diamantschijf moet haaks op het door te slijpen
werkstuk worden gebruikt.
Monteer de binnenflens op de as. Plaats de schijf/mul-
tischijf over de binnenflens en schroef de borgmoer vast
op de as.
Voor Australië en Nieuw-Zeeland
Een doorslijpschijf of diamantschijf (optioneel
accessoire) aanbrengen en verwijderen (Fig. 14)
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens te
beginnen met inspectie of onderhoud.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor het verkleuring, vervormingen en
barsten worden veroorzaakt.
Houd het gereedschap en zijn luchtopeningen altijd
schoon. Reinig de luchtopeningen regelmatig of telkens
wanneer ze verstopt raken. (Fig. 15)
Vervangen van de koolborstels (Fig. 16 en 17)
Wanneer een koolborstel zo ver is afgesleten dat zijn iso-
lerend harspunt in contact komt met de collector, zal het
gereedschap automatisch worden uitgeschakeld. Als dit
gebeurt, moet u beide koolborstels vervangen. Houd de
koolborstels schoon en zorg dat ze soepel in de houders
glijden. Beide koolborstels dienen tegelijkertijd te worden
vervangen. Gebruik enkel identieke koolborstels.
Gebruik een schroevendraaier om de doppen van de
koolborstelhouders te verwijderen. Haal de versleten bor-
stels eruit, steek de nieuwe erin, en zet de doppen weer
goed vast.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend Makita servicecentrum, en dit uitsluitend met
gebruikmaking van originele Makita vervangingsonder-
delen.