Installatie
Installeren van de afstandsbediening
Installeer de afstandsbediening in het voertuig met
behulp van het meegeleverde lus-en-haaksluiting.
Voertuig
⑨ Lus-en-haaksluiting
(harder oppervlak)
Vervangen van de zekering
Vervang de zekering door
een zekering met dezelfde
stroomsterkte.
Verwijderen
Afdekking
❶ Open de afdekking.
❷ Neem de zekering vast met uw vingers en trek ze
omhoog.
Bediening
Naam van elk onderdeel (Afstandsbediening)
Opmerking:
Grote stroominvoer zorgt ervoor dat het beveiligingscircuit
voor dit apparaat werkt waardoor het uitvoerniveau wordt
verlaagd. Zet in dergelijke gevallen het volume naar „MIN"
waarna dit toestel na verloop van tijd automatisch weer
begint te werken.
Ook wanneer de afstandsbediening niet is aangesloten
zal er geluid worden weergegeven, maar de bedie-
ningsmethoden zoals beschreven in dit gedeelte zijn
dan niet beschikbaar. In dit geval worden het volume,
de afsnijdfrequentie en de fase ingesteld op de voor-
geprogrammeerde standaardinstellingen, waarbij de
afsnijdfrequentie wordt ingesteld op 125 Hz en de fase
op 0º (positief).
28
Nederlands
①
Afstandsbediening
(Achterpaneel)
⑨ Lus-en-haaksluiting
(zachter oppervlak)
Let op:
Vervang de zekering door een zekering met dezelfde capaciteit (stroomsterkte),
zoals aangegeven op de zekering. Deze zekering heeft een stroomsterkte van 10A.
Zekering
Zekeringhouder
Verlichting
Wanneer de stroom wordt
ingeschakeld, zal de verlichting aan
gaan.
VOLUME regelaar
(Ingangsgevoeligheid instelknop)
FREQUENCY regelaar
(Afsnijd-frequentie instelknop)
PHASE schakelaar
(Fase keuzeschakelaar)
Let op:
Installeer de afstandsbediening zodat deze niet in de weg
zit bij het besturen van de auto.
Vermijd plekken waar de afstandsbediening bloot kan
staan aan direct zonlicht of de hete luchtstroom van de
verwarming. Anders kan het product te lijden krijgen, het-
geen kan resulteren in brandgevaar.
Maak de installatieplek netjes schoon voor u het
lus-en-haaksluiting aanbrengt.
Plaatsen
Reservezekering
10 A
❶ Plaats de zekering voorzichtig in de zekeringhou-
der en druk ze volledig in met uw vinger.
❷ Sluit de afdekking.
Instellen van de geluidsweergave
(afstandsbediening)
❶ Verdraai de FREQUENCY instelknop om de af-
snijd-frequentie in te stellen (frequenties hoger
dan de ingestelde frequentie zullen worden afge-
sneden).
Verdraai de FREQUENCY regelaar om de balans tussen de lage
tonen van de achterluidsprekers en de lage tonen van deze
luidspreker als gewenst in te stellen.
Geluidsdrukniveau
Laag
Frequentie
❷ Stel de lage frequentiefase in.
De lage frequentietoon is mogelijk variabel afhankelijk van
de positie van deze luidspreker, de richting of de overgangs-
frequentie. U kunt dit indien nodig bijstellen met de PHASE
schakelaar. Druk deze schakelaar in de stand waarbij het geluid
volgens u het beste is.
[0°] geeft de normale fase aan terwijl [180°] de aanduiding is
voor de omgekeerde fase.
❸ Draai aan de VOLUME instelknop om de lage fre-
quenties in te stellen op het gewenste niveau.
50 Hz
125 Hz
Laag
Hoog
Lager
Hoger
volume
volume
Hoog