De lens bevestigen/verwijderen
Zet de ON/OFF (aan/uit)-schakelaar van de camera op OFF voordat u de lens
bevestigt of verwijdert.
1
Als de lensdop of verpakkingsdop is bevestigd, haalt u
deze van de camera of de lens af.
• Wissel de lens snel en doe dit op een stofvrije plaats om te voorkomen
dat stof of vuil in de camera kan komen.
2
Bevestig de lens door de witte merktekens op de lens
en op de camera met elkaar uit te lijnen.
• Houd de camera omlaag gericht om te voorkomen dat stof binnendringt
in de camera.
3
Terwijl u de lens licht tegen de camera aan duwt, draait
u de lens rechtsom totdat deze in de vergrendelde
positie klikt.
• Het is belangrijk dat u de lens recht op de camera zet.
Opmerkingen
• Bij het bevestigen van de lens, mag u de lensontgrendelingsknop niet indrukken.
• Oefen bij het bevestigen van de lens geen buitensporige kracht uit.
• De vattingadapter (los verkrijgbaar) is vereist om een lens met A-vatting (los
verkrijgbaar) te kunnen gebruiken. Voor meer informatie raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing van de vattingadapter.
• Bij gebruik van een lens voorzien van een statiefaansluiting, bevestigt u het statief
aan de lens voor een goede balans.
NL
NL
19