2.8.7 Dalingen
L
WAARSCHUWING:
rijeigenschappen van de scooter.
L
WAARSCHUWING:
nooit in vrijloop.
L
WAARSCHUWING:
mogelijke snelheid bij het nemen van dalingen.
L
WAARSCHUWING:
L
WAARSCHUWING:
statische stabiliteit bergaf niet (zie paragraaf "Technische specificaties").
Neem een daling altijd recht. Anders kunnen de wielen loskomen van de grond (gevaar voor
kantelen). Wanneer één van de achterwielen loskomt, is er geen krachtoverbrenging meer en kan de
Scooter niet meer rijden.
Door het eigen gewicht van de scooter ligt de snelheid bij dalingen hoger. Zet de snelheidsregelaar op
een lagere snelheid en pas Uw snelheid aan de situatie aan.
Vermijd scherpe bochten bij dalingen. Door het eigen gewicht van de scooter kan deze opzij loskomen
van de grond en omvallen.
2.9
De scooter rijden op oprijplaten.
L
WAARSCHUWING:
oprijplaten niet.
L
WAARSCHUWING:
schade kan veroorzaakt worden.
L
WAARSCHUWING:
de elektrische scooter worden er grote omgekeerde krachten gegenereerd wanneer een
begeleider de scooter over de oprijplaten duwt.
L
WAARSCHUWING:
hoogte van de oprijplaten te geraken. Het frame van de scooter mag niet tegen de
oprijplaten komen.
Wanneer U voor het nemen van hindernissen oprijplaten wenst te gebruiken, dient U rekening te
houden met het volgende:
1. Vraag de maximum belasting van de oprijplaten na bij de fabrikant.
2. Rij de oprijplaten op met de laagst mogelijke snelheid.
3. Zie de instructies in hoofdstuk "Uw eerste rit".
2.10 Besturing
Zet de sleutelschakelaar op AAN.
De batterij-indicator licht op en geeft de huidige lading van de batterijen weer.
Zet de snelheidsregelaar (, ) naar de gewenste rij snelheid.
Druk de gashendel met Uw vingers naar de handgrepen (rechtse hendel voor voorwaartse
beweging, linkse hendel voor achterwaartse beweging).
Om de claxon te horen, drukt U de claxon knop in.
Om de voor- en achterlichten aan te zetten, drukt U op de verlichtingsknop .
Om de waarschuwingsknipperlichten aan te zetten, drukt U op knop .
Om de richtingaanwijzers aan te zetten, druk op de gewenste knop en (links = linkse
aanwijzer, rechts = rechtse aanwijzer).
Om de scooter te stoppen, laat U de gashendel onder het bedieningspaneel los.
Houd Uw scooter onder controle – Maak U vertrouwd met de
Houd Uw scooter onder controle – Zet bij dalingen Uw scooter
Houd Uw snelheid onder controle – Gebruik altijd de laagst
Kantelgevaar – Vermijd scherpe bochten.
Kantelgevaar – Overschrijd de maximum hellingshoek van de
Gevaar voor letsel – Overschrijd de maximale belasting van de
Gevaar voor letsel – Kies de correcte oprijplaten zodat er letsel of
Gevaar voor letsel – Opmerking door het aanzienlijke gewicht van
Zorg ervoor dat de wielhoogte hoog genoeg is om over de vrije
Pagina 14
Ceres 3, Ceres 4
2015-03