defecte veiligheidsvoorzienin-
gen of -afdekkingen of zonder
veiligheidstoebehoren zoals de
gemonteerde vangzak.
• Houd de energiebron vrij van
vuil en andere ophopingen,
om schade eraan of mogelijke
brand te voorkomen.
• Transporteer de machine niet
zolang de stroombron nog inge-
schakeld is.
• Wanneer de machine ongeb-
ruikelijke geluiden of trillingen
produceert, schakel dan on-
middellijk de stroombron uit
en wacht totdat de machine
volledig tot stilstand is gekomen.
Haal de stekker van de machine
uit het stopcontact of verwijder
de accu's en voer de volgende
stappen uit voordat u de machi-
ne opnieuw opstart en gebruikt:
- controleer de machine op schade;
- vervang of repareer beschadig-
de onderdelen;
- controleer de machine op losse
onderdelen en zet alle losse on-
derdelen vast.
• Let erop geen bewegende ge-
vaarlijke onderdelen aan te
raken voordat de stekker van
de machine uit het stopcontact
is gehaald en de bewegende,
gevaarlijke delen volledig tot stil-
stand zijn gekomen.
• Wanneer zich tijdens het
gebruik een ongeval of
storing voordoet, moet het
apparaat meteen worden
uitgeschakeld. Verzorg
verwondingen op een
adequate manier of zoek
een arts op. Lees voorafga-
and aan het opheffen van storin-
gen het hoofdstuk "Storingsop-
sporing" of neem contact op met
ons servicecenter.
Onderhoud en opslag:
• Controleer regelmatig de func-
tionaliteit en integriteit van het
apparaat om gevaren voor de
gebruiker te voorkomen.
• Vervang, om veiligheidsrede-
nen, versleten of beschadigde
onderdelen. Gebruik uitsluitend
originele reserveonderdelen en
toebehoren.
• Probeer niet het apparaat zelf te
herstellen, tenzij u hiervoor een
opleiding genoot. Alle werkzaam-
heden die niet in deze gebruik-
saanwijzing aangegeven worden,
mogen slechts door klantendiens-
ten die door ons gemachtigd zijn,
uitgevoerd worden.
• Bewaar het apparaat op een
droge plaats en buiten bereik
van kinderen.
• Behandel uw apparaat met
zorg. Reinig regelmatig de ver-
luchtingsspleten en volg de on-
derhoudsvoorschriften.
• Houd alle inlaten voor de koel-
lucht vrij van vuil.
• Gebruik het apparaat niet als de
schakelaar niet in- en uitgescha-
keld kan worden. Beschadigde
schakelaars moeten in een werk-
plaats van de klantendienst ver-
vangen worden. Overbelast het
apparaat niet. Werk uitsluitend
binnen het vermelde vermogens-
bereik. Gebruik apparaten met
een laag vermogen niet voor
zware werkzaamheden. Gebruik
het apparaat niet voor doeleinden
NL
BE
57