9.4 Montage van de werkstuksteun (1) (Afb. 4 + 5)
De werkstuksteun (1) kan zowel aan de bovenste op-
name voor de werkstuksteun (2), evenals aan de zij-
delingse opname voor de werkstuksteun (15) worden
bevestigd. Het hangt ervan af of u in de slijprichting of
tegen de slijprichting in wilt werken.
9.4.1 Montage bovenste opname
• Om de werkstuksteun (1) aan de bovenste opname
voor de werkstuksteun (2) te bevestigen, brengt u
eerst de beide losse stergreepschroeven (3) aan.
Draai deze met ca. 2-3 rotaties op de aanwezige
punten in de bovenste werkstuksteun (2) (boorgat
met schroefdraad).
• Vervolgens de werkstuksteun in de boorgaten van
de bovenste opname voor de werkstuksteun (2) in-
brengen.
• Bevestig deze met de beide stergreepschroeven (3)
in de gewenste hoogte.
9.4.2 Montage zijdelingse opname
• De beide stergreepschroeven (3) voor de zijdelingse
opname voor de werkstuksteun (15) zijn voorgemon-
teerd.
• Om hier de werkstuksteun (1) te monteren, steekt u
de werkstuksteun in de boorgaten van de zijdelingse
opname voor de werkstuksteun (15).
• De werkstuksteun (1) is nu voor de eerste stap be-
vestigd.
9.5 Montage van het waterreservoir (afb. 6 + 7)
• Bevestig de watertank (8) in de onderste positie aan
de houders voor de watertank (16) (achter de slijp-
steen) op de machinebehuizing (5). (afb. 6)
• Vul pas dan tot aan de uitsparing bij met water. (afb. 7)
10. Bediening
LET OP!
Voor alle onderhouds-, ombouw- en montagewerk-
zaamheden moet de netstekker worden losgekoppeld.
10.1 Slijprichting (afb. 4 + 5)
Het hangt hoofdzakelijk af van uw vereisten of u in de
slijprichting of tegen de slijprichting in wilt werken.
Als u grote hoeveelheden staal snel wilt verwijderen
(bijv. voor zeer oud, roestig gereedschap) of als u groot
gereedschap zoals bijlen wilt slijpen, is het raadzaam
om tegen de slijprichting in wilt werken.
Als u nauwkeuriger wilt slijpen, raden wij aan om in de
slijprichting te werken. Dit geldt bijvoorbeeld voor het
slijpen van gereedschappen en messen.
Houd er rekening mee dat het slijpproces langzamer
gaat als u in de draairichting werkt. Controleer word
elk werkproces of het oppervlak van de slijpsteen effen
is. Laat daartoe de werkstuksteun op de steen zakken
en draai deze handmatig 360 °. Indien nodig oneffen
materiaal met een steensnijder eraf draaien.
10.2 Waterreservoir (afb. 7)
• Vul het waterreservoir tot de uitsparing bij met water.
De slijpsteen zuigt zich vol met water. Indien nodig
met water bijvullen. Slijp niet zonder water. Omdat
de diameter van de slijpsteen afneemt als het aan-
tal slijpprocessen toeneemt, raakt de slijpsteen (12)
het water in de watertank (8) niet meer. De slijpsteen
kan geen water meer opnemen. De watertank (8)
moet eventueel in de bovenste houder voor de wa-
tertank (16) worden geplaatst.
• Als het slijpproces is afgesloten, laat u het waterre-
servoir zakken om te voorkomen dat de slijpsteen
zich voor langere tijd in het water bevindt.
• Leeg regelmatig het waterreservoir. Anders verza-
melen er zich staaldeeltjes en slijpstof in het reser-
voir, die zich verdichten.
• Expert-tip: Dergelijke verzamelingen kunnen wor-
den vermeden door een magneet in het water te
leggen.
10.3 Hoekmal (afb. 8)
Meet de hoek van het werkstuk door de snede met de
kerven te vergelijken. Vervolgens stelt u de bepaalde
hoek op het apparaat in door de hoogte van de werk-
stuksteun te wijzigen. Voer daartoe de volgende stap
uit:
• Klem eerst het gereedschap in het apparaat en
plaats het apparaat op de werkstuksteun
• Houd dan de hoekmeter in de gewenste hoek tegen
de gereedschapspunt.
• Stel nu de hoogte van de werkstuksteun zo in, dat
het voorste uiteinde van de hoekmeter direct tegen
de slijpsteen aanligt. Let erop dat de hoekmeter al-
tijd is uitgelijnd met de gereedschapspunt.
• Aanwijzing: De op de hoekmeter aangegeven
waarde is slechts een richtwaarde. Natuurlijk kunt
u deze waarde overeenkomstig uw eisen wijzigen.
www.scheppach.com
NL | 61