Verklaring van de LEDs van het bedienings-
veld (afbeelding 9a)
50. Tijd-LEDs: indicatie van de dagelijkse maaiti-
jd
51. Vergrendelings-LED: indicatie van de toetsb-
lokkering
52. Accu-LED: indicatie van de toestand van de
accu
53. Alarm-LED: indicatie van fouten
Verklaring van de toetsopties van het bedie-
ningsveld (afbeelding 9b)
60. POWER-toets: in- en uitschakelen van de
maairobot
61. Toets 'OK'
62. Toets 'SET WORK TIME / 1'
63. Toets 'START / 2'
64. Toets 'HOME / 3'
65. Toets '4' / Vergrendelingstoets
6.3 Maaihoogteverstelling
Opgelet! Het verstellen van de maaihoogte mag
alleen worden uitgevoerd bij uitgeschakelde
maairobot. Druk daarvoor op de STOP-toets (3).
De maairobot maakt via de maaihoogteverstelling
(4) een traploze aanpassing van de maaihoogte
tussen 20 en 60 mm mogelijk, die op de schaal
kan worden afgelezen.
Als het gras hoger is dan 60 mm, dan moet het tot
minstens 60 mm worden gekort om de maairobot
niet overmatig te belasten en de e ciëntie niet
te verlagen. Gebruik daarvoor een conventionele
grasmaaier of een trimmer.
Na afsluiting van de installatie kan de maaihoogte
via de verstelling (4) worden aangepast. Begin al-
tijd met een hogere maaihoogte en verlaag deze
in kleine stappen tot aan de gewenste hoogte.
6.4 Blokkeerinrichting / PIN
De blokkeerinrichting verhindert een niet toeges-
tane inzet van de maairobot zonder een geldige
code. Daarvoor moet u een persoonlijke veilig-
heidscode invoeren die bestaat uit vier tekens.
Ontgrendeling
- Voordat u de maairobot in bedrijf neemt moet u
de correcte PIN invoeren (standaard-PIN: '1-2-
3-4'). Voer de PIN langzaam in en bevestig de
invoer met de toets 'OK' (61). De bedienings-
functies worden ontgrendeld en de vergrende-
lings-LED (51) brandt groen.
- Wanneer u een verkeerde PIN invoert, dan licht
de vergrendelings-LED (51) rood op. Druk op
de toets 'OK' (61) om een verkeerde PIN te
verwijderen en vervolgens de correcte PIN in te
NL
Vergrendeling
Wanneer u het bedieningsveld (2) wilt vergrende-
len, druk dan op de toets '4' / Vergrendelingstoets
(65).
Standaard PIN:
1 2 3 4
PIN wijzigen
Om de PIN te wijzigen gaat u als volgt te werk:
1. Ontgrendel het bedieningsveld.
2. Druk gelijktijdig op de toets '4' / Vergrende-
3. Voer een nieuwe PIN (vier tekens) in. Druk
4. Voer de nieuwe PIN opnieuw in en druk op de
5. Opgelet! Noteer de nieuwe PIN!
PIN aanvragen bij verlies
Houd de kwitantie en het serienummer van de
maairobot bij de hand. Deze heeft u nodig om uw
PIN te ontvangen!
1. Sluit aan de USB-aansluiting zoals afgebeeld
2. Schakel de hoofdschakelaar (7) in (ON).
3. Druk gelijktijdig op de toets POWER-toets
4. Druk op de toets 'SET WORK TIME / 1' (62).
5. Trek de USB-stick eruit. Lees de gegevens
6.5 Besturing van de maairobot
Instelling van de maaitijd
1. Ontgrendel het bedieningsveld (2).
2. Kies door de toets 'SET WORK TIME / 1' (62)
3. Deze wordt weergegeven door de tijd-LEDs
www.sidirika-nikolaidi.gr
- 184 -
voeren.
Nieuwe PIN:
_ _ _ _
lingstoets (65) en de toets 'OK' (61). De ver-
grendelings-LED (51) knippert afwisselend
rood en groen.
op de toets 'OK' (61). De vergrendelings-LED
(51) knippert groen.
toets 'OK' (61). De vergrendelings-LED (51)
brandt constant groen. De PIN werd succes-
vol gewijzigd.
een USB-stick aan (afbeelding 11).
(60) en de toets 'OK' (61). Houd de toetsen
3 seconden lang ingedrukt. Nu branden alle
LEDs (50, 51, 52, 53) aan het bedieningsveld
(2).
op de USB-stick uit op een computer. Door
de maairobot werd een tekstbestand (*.txt)
aangemaakt. Dit bestand bevat een PUK,
een persoonlijke code. Wend u tot de klanten-
dienst om uw PIN te ontvangen.
meermaals in te drukken de gewenste maaiti-
jd.
(50).