Craftsman 27716 Manual De Las Instrucciones página 61

7. Ricerca
guasti.
7. Het Iocaliseren
van fouten.
(_)11 motore non parte
1. Manca il carburante.
2. Difetto di candela.
3. Collegamento della candela difettoso.
4. Sporco nel sistema di alimentazione e onel
carbura-
tore.
II motorino di awiamento
non fa girare il motore
1.
Batteria scadca.
2.
Difetto di contatto tra cavo e polo della batteria.
3.
Leva di inserimento del tagliaerba in posizione errata.
4.
Fusibile priecipale bruciato.
5.
Interruttore a chiave guasto.
6.
Interruttora di sicurezza per pedale frano/frizione
guas-
to.
7.
Premera il pedale frano/frizione.
I! motore non gira bene
1. Scalara di marcia.
2.
Difetto di candela.
3.
Difetto ragolazione carburatore.
4.
Filtro ostruito.
5.
Sfiato serbatoio carburante ostruito.
6.
Controllara la registrazione delraccensione.
7.
Spomo nei tub! del carburante.
II motore non "tim"
bene
1.
Filtro dell'aria ostruito.
2.
Difetto di candela.
3.
Spomo nel carburatore o nei tub! del carburante.
4.
Difetto regolazione carburatore.
II motore si surriscaida
1.
Motore sotto sforzo.
2.
Presa d'aria o alettedi raffreddamento ostruite.
3.
Ventola danneggiata.
4.
Manca olio nel motore.
5.
Accensione difettosa.
6.
Difetto di candela.
1_,3 batteria non ricarica
1. Fusibile bruciato.
2.
Uno o pib element! danneggiati.
3.
Cattivo contatto tra cavi epoli della batteria.
Le luoi non funzionano
1. Lampade bruciate o rotte.
2.
Interruttore guasto.
3.
Cortocircuito
nell'impianto elettrico.
La macchina vibra
1.
Le lame sono lente.
2.
II motore e lento.
3.
Lame fuori equilibrio causato da danneggiamento o difetto
di affilatura.
Risultato di taglio irregolare
1.
Lame da affilare.
2.
Taglaierba fuori assetto.
3.
Erba alta o bagnata.
4.
Accumulo di erba sotto il coprilame.
5.
Prassione non uniforme nei pneumatic!.
6.
Marcia troppo alia.
7.
La cinghia slitta.
De motor start niet
1.
Er _sgeen benzine m de tank.
2.
De bougie is defect.
3.
De bougie-aansluiting is defect.
4.
Vuil in carburateur of brandstofleiding.
De startmotor trekt de motor niet
1.
De accu is leeg.
2.
Slecht contacl tussen kabel en accupool.
3. Aarffuitschakelhendel in foutieve stand.
4.
De hoofdzekering is defect.
5.
Het stuurslot/contact is defect.
6.
Het veiligheidscontact voor koppelings/rempedaal
is
defect.
7.
Koppelings/rampedaal niet ingedrukt.
De motor Ioopt niet gelijkmatig
1. Te hoge versnelling.
2.
De bougie is defect.
3.
De carburateur is fourier ingesteld.
4.
Het luchtfilter zit dicht.
5.
De ventilatie van de brandstoftank is veratopt.
6.
De ontsteking is verkeerd ingesteld.
7.
Vuil in de brandstofleidingen.
De motor lijkt zwak/weinig
vermogen
1. Het luchtfilter is verstopt.
2.
De bougie is defect.
3.
Vuil in de carburateur of brandstofleiding.
4.
De carburateur is verkeerd ingesteld.
De motor raakt oververhit
1.
De motor is overbelast.
2.
De luchtinlaat of de koelribben zitten verstopt.
3.
De ventilator is beschadigd.
4.
Te weinig of geen olie in de motor.
5.
Her voorgloeien is defect.
6.
De bougie is defect.
De accu laadt niet op
1.
De zekeringis defect.
2.
Een of meer cellen zijn beschadigd.
3.
Accupolen en kabels maken geen contact.
De verlichting
werkt niet
1.
De gloeilampen zijn stuk.
2.
De schakelaar is defect.
3.
Kortsluiting in de leiding.
De machine trilt
1.
De messen zitten los.
2.
De motor zit los.
3.
€:_n of be!de messen zijn in onbalans, veroorzaakt
door beschadiging
of slechte balans na her slijpen.
Hoogte van gemaaid gras is ongelijk
1,
De messen zijn bot.
2.
De maaikast staat niet recht.
3.
Lang of nat gras.
4,
Grasophoping
onder de kap.
5,
De luchtdruk in de banden is links en rechts niet gelijk.
6,
Te hoge versnelling.
7.
De aandrijfriem slipt.
61
loading