YATO YT-73081 Manual De Instrucciones página 64

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 49
NL
positie van de diode. De meetklemmen worden in de geleidende en barrièrerichting op de diodekabels aan-
gebracht. Als de diode werkt, kunnen we, wanneer de diode in de richting van de doorvoer is aangesloten, de
spanningsval op deze diode afl ezen, uitgedrukt in mV. Indien aangesloten in de richting van de barrière, toont
het display het symbool voor overbelasting". Effi ciënte diodes worden gekenmerkt door een lage weerstand
in de geleidende richting en een hoge weerstand in de barrièrerichting. Het is absoluut verboden om de
weerstand te meten van dioden waar elektrische stroom doorheen stroomt.
Geleidingstest
Sluit de meetkabels aan op de met VΩmA en COM gemarkeerde aansluitingen. Stel de keuzeschakelaar in
op het zoemersymbool. Als destroomtang wordt gebruikt om de geleidbaarheid te meten, zal een ingebouw-
de zoemer klinken wanneer de gemeten weerstand onder de 30 Ω zakt. In het bereik van 30 Ω tot 100 Ω is
ook een zoemergeluid te horen. Het is absoluut verboden om de weerstand te meten van dioden waar
elektrische stroom doorheen stroomt.
Transistortest
Stel de meetbereikschakelaar in op de positie gemarkeerd met het hFE-symbool (meting van de transistor-
versterkingsfactor). Afhankelijk van het type transistor worden de transistoruitgangen op de met PNP of NPN
gemarkeerde aansluiting aangesloten en worden de transistoruitgangen op plaatsen met de letters E - emit-
ter, B - basis, C - collector geplaatst. Als de transistor werkt en de aansluiting correct is, wordt het resultaat
van de versterkingsfactormeting op het display uitgelezen. Het is absoluut verboden om de weerstand te
meten van transistors waar elektrische stroom doorheen stroomt.
Batterijtest
Sluit de meetkabels aan op de met VΩmA en COM gemarkeerde aansluitingen. Zet de bereikschakelaar in
de stand die overeenkomt met de nominale accuspanning. We zetten de meetklemmen op de accupolen,
rekening houdend met de juiste polariteit. De batterijspanning wordt op het display weergegeven. De batterij
in goede staat moet een hogere spanning hebben dan de nominale spanning.
ONDERHOUD EN OPSLAG
Veeg de stroomtang af met een zachte doek. Grotere vervuiling moet met een licht vochtige doek worden
verwijderd. Dompel het apparaat niet onder in water of een andere vloeistof. Gebruik geen oplosmiddelen,
bijtende of schurende middelen voor het reinigen. Zorg ervoor dat de contacten van de stroomtang en de
meetkabels schoon blijven. Reinig de contacten van de meetkabels met een in isopropylalcohol gedrenkte
doek. Om de contacten van de stroomtang te reinigen, schakelt u de stroomtang uit en verwijdert u de batte-
rij. Draai de stroomtang om en schud hem voorzichtig zodat er groter vuil uit de aansluitingen van de stroom-
tang ontsnapt. Week een wattenstaafje licht doordrenkt met isopropylalcohol en maak elk contact schoon.
Wacht tot de alcohol verdampt en plaats vervolgens de batterij. De stroomtang moet worden opgeslagen in
een droge ruimte in de bijgeleverde eenheidsverpakking.
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
64
loading