12.1 Wat te doen als...
Het apparaat gaat niet aan of warmt niet op
Mogelijke oorzaak
Het apparaat is niet aangesloten op een stopcontact of
niet goed geïnstalleerd.
De klok is niet ingesteld.
De deur is niet goed gesloten.
De zekering is doorgeslagen.
Het apparaat Kinderslot is aan.
Onderdelen
Omschrijving
De lamp is opgebrand.
Een stroomonderbreking zal de reiniging altijd
stoppen. Herhaal de reiniging als deze wordt
onderbroken door stroomuitval.
12.2 Hoe te beheren: Foutcodes
Wanneer de softwarefout optreedt, geeft het display een foutmelding weer.
In deze sectie vindt u de lijst met problemen die u zelf kunt oplossen.
Code en omschrijving
C2 - de Voedselsensor bevindt zich in de ovenruimte
van het apparaat tijdens Pyrolytische reiniging.
C3 - de deur is niet volledig gesloten tijdens Pyrolyti‐
sche reiniging.
F111 - Voedselsensor is niet correct in het stopcontact
geplaatst.
F240, F439 - de aanraakvelden op het display werken
niet goed.
52
NEDERLANDS
Oplossing
Controleer of het apparaat goed is aangesloten op de
elektriciteitsvoorziening.
Stel de klok in, zie voor meer informatie Klokfuncties
hoofdstuk, Instellen: Klokfuncties.
Sluit de deur volledig.
Ga na of de zekering de oorzaak van het probleem is.
Als het probleem zich opnieuw voordoet, neem dan
contact op met een gekwalificeerde elektricien.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Menu', Submenu voor: Op‐
ties.
Oplossing
Vervang de lamp, raadpleeg voor meer informatie het
hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging', Hoe te vervangen:
Lamp.
Oplossing
Verwijder de Voedselsensor.
Sluit de deur.
Steek de Voedselsensor in het stopcontact.
Reinig het oppervlak van het display. Zorg ervoor dat er
geen vuil op de aanraakvelden zit.