DAGELIJKS GEBRUIK
1.
WATERAANSLUITING CONTROLEREN
Controleer of de wasmachine is aangesloten op de waterleiding en
of de waterkraan open is.
2.
DE AFWASMACHINE INSCHAKELEN
Druk op de toets AAN/UIT.
3.
DE REKKEN VULLEN
(zie REKKEN VULLEN)
4.
HET VAATWASMIDDELMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
5.
HET PROGRAMMA KIEZEN EN DE CYCLUS AANPASSEN
Selecteer het programma dat het meest geschikt is voor het type
serviesgoed en de vuilheid van het servies (zie BESCHRIJVING PRO-
GRAMMA'S) door de KNOP VOOR PROGRAMMASELECTIE rechtsom
de draaien. Selecteer de gewenste opties (zie OPTIES EN FUNCTIES).
6.
START
Start de wascyclus door te drukken op de START/PAUZE-toets.
7.
EINDE VAN HET WASPROGRAMMA
Het einde van de wascyclus wordt aangegeven doordat het AAN/
UIT-ledlampje brandt. Het apparaat uitschakelen door op de toets
AAN/UIT te drukken en de deur openen.
Een paar minuten wachten voordat het serviesgoed wordt verwij-
derd - om brandwonden te voorkomen.
De rekken uitladen, te beginnen met het onderste rek.
ADVIEZEN EN TIPS
ADVIEZEN
Verwijder alvorens de manden te laden alle voedselresten uit het serviesgo-
ed en leeg de glazen. Het serviesgoed hoeft niet tevoren onder stro-
mend water afgespoeld te worden.
Het serviesgoed zo rangschikken dat het stevig op zijn plaats staat en niet
omslaat; rangschik de containers met de openingen naar beneden gericht
en de holle/bolle onderdelen schuin geplaatst, waardoor het water elk
oppervlak kan bereiken en vrij kan stromen.
Waarschuwing: zorg ervoor dat deksels, grepen, platen en koekenpannen
de sproeierarmen niet belemmeren bij het draaien.
Plaats geen kleine voorwerpen in de bestekmand.
Erg vervuild vaatwerk en pannen moeten in de onderste mand worden gepla-
atst, omdat in deze ruimte de watersproeiers sterker zijn en hogere waspre-
staties hebben.
Zorg ervoor dat na het laden van het apparaat de sproeierarmen vrij kun-
nen draaien.
ONGESCHIKT SERVIESGOED
• Houten servies en bestek.
• Kwetsbare gedecoreerde glazen, artistiek handwerk en antiek serviesgoed.
Hun decoraties zijn hier niet tegen bestand.
• Delen van synthetisch materiaal die niet bestand zijn tegen hoge tem-
peraturen.
• Koperen en tinnen serviesgoed.
• Serviesgoed bevuild met as, was, smeervet of inkt.
De kleuren van glasdecoraties en aluminium/zilveren stukken kunnen wijzi-
gen en vervagen tijdens het wasproces. Sommige soorten glas (bv. kristallen
voorwerpen) kunnen na een aantal wascyclussen ook dof worden.
De machine wordt tijdens bepaalde langere perioden van inactivi-
teit automatisch uitgeschakeld, om het elektriciteitsverbruik te mini-
maliseren. Als het serviesgoed slechts licht bevuild is of als het voor-
dat het inde afwasmachine wordt geplaatst met water is afgespoeld
kan de hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkomstig worden
verminderd.
WIJZIGEN VAN EEN LOPEND PROGRAMMA
Als er een verkeerd programma was geselecteerd is kan het worden gewijzigd,
mits het nog maar net begonnen is: houd de AAN/UIT toets ingedrukt, de
machine wordt uitgeschakeld.
Schakel de machine weer in met de AAN/UIT-toets en selecteer het nieuwe
wasprogramma en eventuele gewenste opties; start het wasprogramma
door en de START/PAUZE-toets in te drukken.
EXTRA SERVIESGOED TOEVOEGEN
Zonder de machine uit te schakelen de deur openen (kijk uit voor HETE
stoom!) en het serviesgoed in de afwasmachine plaatsen. Doe de deur dicht
en druk op de START/PAUZE-toets, het programma begint vanaf het punt
waarop het werd onderbroken.
ONGEWENSTE ONDERBREKINGEN
Als de deur tijdens het wasprogramma wordt geopend of als er een
stroomstoring is wordt het wasprogramma gestopt. Zodra de deur is
gesloten of de stroomvoorziening is hersteld de START/PAUZE-toets
indrukken, om het wasprogramma opnieuw te starten op het punt waar
het werd onderbroken.
SCHADE AAN GLASWERK EN SERVIESGOED
• Gebruik alleen glas en porselein waarvan de fabrikant garandeert
dat het veilig is voor de afwasmachine.
• Gebruik een zacht vaatwasmiddel dat geschikt is voor serviesgoed.
• Haal glazen en bestek uit de afwasmachine zodra het wasprogramma
afgelopen is.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
• Wanneer de huishoudelijke vaatwasmachine gebruikt wordt volgens
de aanwijzingen van de fabrikant, verbruikt het wassen van vaat-
werk in een vaatwasmachine gewoonlijk MINDER ENERGIE en
water dan met de hand afwassen.
• Om de efficiëntie van de vaatwasmachine te maximaliseren wordt
aanbevolen om de wascyclus eerst te starten wanneer de vaatwas-
machine helemaal gevuld is. De huishoudelijke vaatwasmachine
vullen tot de hoeveelheid aangegeven door de fabrikant draagt bij
tot het besparen van energie en water. Informatie over het correct
laden van vaatwerk vindt u in het hoofdstuk DE REKKEN VULLEN.
Als de machine gedeeltelijk is gevuld, wordt aanbevolen om de speciaal
daarvoor bedoelde wasopties, indien voorzien, te gebruiken (Halve lad-
ing/ Zone Wash/ Multizone) en enkel geselecteerde rekken te vullen.
De vaatwasmachine onjuist of overmatig vullen kan het gebruik van de
hulpbronnen verhogen (zoals water, energie en tijd, en ook het gelu-
idsniveau) en de reinigings- en droogprestaties verlagen.
• Vaatwerk vooraf met de hand spoelen verhoogt het water- en ener-
gieverbruik en wordt niet aanbevolen.
HYGIËNE
Om te voorkomen dat zich geur en afzetting ophoopt in de afwasmachine
moet u ten minste één per maand een programma met hoge tempe-
ratuur laten draaien. Gebruik een theelepel vaatwasmiddel en laat het
apparaat zonder lading draaien.
NL
5