De audio-uitgang of hoofdtelefoonuitgang van een
draagbare audiospeler of ander apparaat kan op dit
apparaat worden aangesloten, waarna de audio van
het aangesloten apparaat op dit apparaat kan worden
afgespeeld.
1
G e b r u i k d e m e e g e l e ve r d e s t e -
reo mini-jackkabel om de analoge
audio-ingang aan de voorzijde van dit
apparaat (AUX 2 IN) op de hoofdtele-
foonuitgang (of audio-uitgang) van
een draagbare audiospeler of ander
apparaat aan te sluiten.
2
Druk op de toets PHONO/AUX om
"AUX" te selecteren.
360
Een aangesloten apparaat beluisteren
3
Start het afspelen op de afspeelappa-
raat. Pas vervolgens het geluidsvolume
van zowel dit apparaat als het aange-
sloten apparaat aan.
o Als het geluidsvolume van een audiospeler niet
wordt verhoogd als deze wordt aangesloten met
zijn hoofdtelefoonuitgang op dit apparaat, pro-
duceert dit apparaat geen geluid.
o Als het geluidsniveau van het aangesloten appa-
raat te hoog wordt ingesteld kan het geluid gaan
vervormen. Als dit zich voordoet, verlaag dan het
geluidsvolume van het aangesloten apparaat tot
de vervorming verdwijnt en pas vervolgens het
geluidsvolume van dit apparaat aan.
Er bevinden zich zowel op het voor- als achterpa-
neel analoge audio-ingangen.
Als er kabel zijn aangesloten op de aansluitingen
op zowel het frontpaneel (AUX 2 IN) en het achter-
paneel (AUX 1 IN), wordt de audioingang op het
frontpaneel (AUX 2 IN) gebruikt. Als er niets is aan-
gesloten op de aansluitingen op het frontpaneel
(AUX 2 IN), wordt de audio via de ingangen op het
achterpaneel (AUX 1 IN) gebruikt.