• Controleer, voordat u op de aan/uit-schakelaar
drukt, of het zaagblad correct gemonteerd is en of
de bewegende delen soepel lopen.
• Overtuig u voor het aansluiten van de machine, dat
de gegevens op het typeplaatje overeenkomen met
de netwerkgegevens.
7.1 Testen van veiligheidsvoorziening beweegbare
zaagbladbescherming (5)
De zaagbladbescherming biedt bescherming tegen
onbedoeld contact met het zaagblad en tegen rond-
vliegende spanen.
Werking controleren.
Klap hiervoor de zaag naar beneden:
• De zaagbladbescherming moet het zaagblad bij het
omlaag zwenken vrijgeven zonder andere delen aan
te raken.
• Als de zaag naar de uitgangspositie omhoog wordt
geklapt, moet de zaagbladbescherming automa-
tisch het zaagblad afdekken.
8. Montage en bediening
8.1 Trek-, afkort- en verstekzaag monteren
(Afb. 1, 2, 4, 5, 21)
• Klap de vastzetgreep (11) omhoog en trek de ver-
grendelingshendel (34) met uw wijsvinger omhoog
om de draaitafel (14) te verstellen.
• Verdraai de draaitafel (14) en aanwijzer (12) naar de
gewenste hoek van de schaalverdeling (13). Klap de
vastzetgreep (11) omlaag om deze instelling vast te
zetten.
• Door de machinekop (4) licht naar beneden te druk-
ken en gelijktijdig de borgpen (23) uit de motorbeu-
gel te trekken, wordt de zaag uit de onderste stand
ontgrendeld.
• Zwenk de machinekop (4) omhoog.
• De kleminrichtingen (7) kan aan beide zijden aan de
vaste zaagtafel (15) bevestigd worden. Steek de kle-
minrichtingen (7) in de hiervoor bedoelde boorgaten
aan de achterkant van de aanslagrail (16) en borg
deze met behulp van de schroeven met stergreep
(7a).
• Door het indrukken van de snelvergrendelingsknop
(7b) kan de drukplaat van de spaninrichting (7) ge-
makkelijk worden aangepast aan de hoogte van het
werkstuk.
• Voor versteksnedes van 0° tot 45° moet de klemin-
richting (7) slechts aan één kant (rechts) worden ge-
monteerd (zie afb. 11-12).
• De machinekop (4) kan door de borgschroef (22) los
te draaien, naar links tot max. 45° schuin geplaatst
worden.
• De werkstuksteunen (8) moeten tijdens de werk-
zaamheden altijd bevestigd en gebruikt worden.
Stel de gewenste reikwijdte in, door de borgschroef
(9) los te draaien. Draai vervolgens de borgschroef
(9) weer vast.
8.2 Fijnafstelling van de aanslag voor afkortsnede
90° (afb. 1, 2, 5, 6)
Aanslaghoek niet bij de levering inbegrepen.
• De machinekop (4) naar beneden laten zakken en
met de borgpen (23) vastzetten.
• Draai vastzetschroef (22) los.
• De aanslaghoek (A) tussen zaagblad (6) en draaita-
fel (14) plaatsen.
• Draai de borgmoer (26a) los.
• De stelschroef (26) zo ver verstellen, tot de hoek
tussen zaagblad (6) en draaitafel (14) 90° bedraagt.
• Draai de borgmoer (26a) weer vast.
• Controleer ten slotte de positie van de hoekweerga-
ve. Indien nodig, de aanwijzer(19) met een kruiskop-
schroevendraaier losdraaien, op de 0°-positie van
de schaalverdeling (18) zetten en de borgschroef
weer vastdraaien.
8.3 Kapsnede 90° en draaitafel 0° (afb. 1, 2, 7)
Bij zaagsnedes tot ca. 100 mm kan de trekfunctie van
de zaag met de borgschroef (20) in de achterste posi-
tie gefixeerd worden. In deze positie kan de machine
voor afkorten worden gebruikt. Mocht de zaagbreedte
boven 100 mm liggen, moet erop gelet worden, dat de
vastzetschroef (20) los is en de machinekop (4) be-
weegbaar is.
Let op!
De verschuifbare aanslagrails (16a) moeten voor af-
kortbewerkingen van 90° op de binnenste positie wor-
den vastgezet.
• Open de vastzetschroeven (16b) van de verschuif-
bare aanslagrails (16a) en schuif de verschuifbare
aanslagrails (16a) naar binnen.
• De verschuifbare aanslagrails (16a) moeten zover
voor de binnenste positie worden vastgezet, dat de
afstand tussen de aanslagrails (16a) en het zaag-
blad (6) maximaal 8 mm bedraagt.
• Controleer vóór de zaagsnede of de aanslagrails
(16a) en het zaagblad (6) niet met elkaar in botsing
kunnen komen.
• Draai de vastzetschroeven (16b) weer vast.
www.scheppach.com
NL | 87