Ottobock Genium-Bionic Prosthetic System 3B1 Instrucciones De Uso página 386

a
De veldsterkte van stationaire zenders, zoals basisstations voor draadloze telefoons en landmo­
biele radio, amateurradio, AM- en FM-radio en televisie kan theoretisch niet nauwkeurig worden
voorspeld. Voor het bepalen van de elektromagnetische omgeving door stationaire HF-zenders
wordt gecreëerd, is een onderzoek ter plaatse raadzaam. Wanneer de gemeten veldsterkte op
de locatie waar het product 'Genium Bionic Prosthetic System 3B1 / Genium 3B1-2' wordt
gebruikt het hierboven beschreven conformiteitsniveau overschrijdt, moet worden gecontroleerd
of het product 'Genium Bionic Prosthetic System 3B1 / Genium 3B1-2' naar behoren functio­
neert. Wanneer het product afwijkend presteert, zijn aanvullende maatregelen nodig, zoals het
opnieuw instellen of verplaatsen van het product 'Genium Bionic Prosthetic System 3B1 / Geni­
um 3B1-2'.
Tabel 6 – Aanbevolen scheidingsafstanden tussen draagbare en mobiele HF-telecommu­
nicatieapparaten en het product 'Genium Bionic Prosthetic System 3B1 / Genium 3B1-2' –
voor apparaten en systemen die niet levensbehoudend zijn
Richtlijnen en verklaring fabrikant – Aanbevolen scheidingsafstanden tussen draagbare
en mobiele HF-telecommunicatieapparaten en het product 'Genium Bionic Prosthetic
System 3B1 / Genium 3B1-2'
Het product 'Genium Bionic Prosthetic System 3B1 / Genium 3B1-2' is ontworpen voor gebruik
in een elektromagnetische omgeving waar de uitgestraalde hoogfrequente radiovelden worden
gecontroleerd. De klant of de gebruiker van het product 'Genium Bionic Prosthetic System 3B1
/ Genium 3B1-2' kan eraan bijdragen om elektromagnetische storingen te verhinderen. Hij dient
de minimale afstand in acht te nemen tussen draagbare en mobiele HF-communicatieapparaten
(zenders) en het product 'Genium Bionic Prosthetic System 3B1 / Genium 3B1-2', zoals die
hieronder afhankelijk van het maximale uitgangsvermogen van het communicatieapparaat wordt
aanbevolen.
Nominaal vermogen
van de zender [W]
0,01
0,1
1
10
100
Voor zenders waarvan in de bovenstaande tabel niet het maximaal nominaal vermogen wordt
vermeld, kan de aanbevolen scheidingsafstand in meter (m) worden bepaald met behulp van de
vergelijking in de betreffende kolom. P staat hierbij voor het maximale nominale vermogen van
de zender in watt (W) volgens de gegevens van de fabrikant van de zender.
Opmerking 1: Bij 80 MHz en 800 MHz geldt het hogere frequentiegebied.
Opmerking 2: Deze richtlijnen zijn niet in alle gevallen toepasbaar. De verspreiding van elektro­
magnetische velden wordt beïnvloed door absorpties en reflecties van gebouwen, voorwerpen
en personen.
386
Scheidingsafstand [m] m.b.t. zendfrequentie
150 kHz tot 80 MHz
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
niet van toepassing
80 MHz tot 800 MHz
d = 0,3 √P
0,03
0,09
0,3
0,95
3
800 MHz tot 2,5 GHz
d = 2,3 √P
0,23
0,73
2,3
7,3
23