•
De compressor mag alleen worden
gebruikt in geschikte ruimten (goed
geventileerd, omgevingstemperatuur
van +5 °/40 °C). Er mogen geen
stof, zuren, dampen, explosieve of
ontvlambare gassen aanwezig zijn in de
ruimte.
•
De compressor is geschikt voor het
gebruik in droge ruimten. Gebruik
de compressor niet in gebieden waar
waterspetters voorkomen.
Veiligheidsaanwijzingen voor het
werken met perslucht
•
De compressor en leidingen worden erg
heet tijdens het gebruik. Contact leidt tot
brandwonden.
•
De gassen of dampen die door de
compressor wordt ingezogen, moeten
vrij zijn van onzuiverheden die brand
of explosies in de compressor kunnen
veroorzaken.
•
Wanneer u de slangaansluiting
ontkoppelt, moet u het
koppelingsonderdeel stevig met
uw hand vasthouden om letsel ten
gevolge van terugslag van de slang te
voorkomen.
Gebruik van drukvaten in
overeenstemming met de
regelgeving voor drukvaten
1. Iedereen die een drukvat gebruikt,
moet het in een goede staat houden,
op correcte wijze gebruiken, in de
gaten houden, onmiddellijk alle
noodzakelijke onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden uitvoeren en
alle noodzakelijk veiligheidsmaatregelen
treff en indien dit voor de betreff ende
situatie vereist is.
2. In sommige gevallen mag de
toezichthoudende autoriteit
noodzakelijke controlemaatregelen
voorschrijven.
3. Een drukvat mag niet worden gebruikt
wanneer het defecten heeft die een
gevaar voor medewerkers of derden
kunnen vormen.
4. Het drukvat moet regelmatig worden
geïnspecteerd op tekenen van schade,
zoals roest.
Indien u dergelijke schade ontdekt,
neemt u contact op met de
servicewerkplaats voor klanten.
Ingebruikname
Elektrische aansluiting:
De compressor is uitgerust met een
stroomkabel met een elektrische stekker
van het type F. Deze stekker kan worden
aangesloten op elk geaard stopcontact
220 V~240 V/50 Hz van het type F
met een 16 A zekeringsbescherming.
Lange aanvoerleidingen, verlengingen,
kabeltrommels, enzovoorts veroorzaken
spanningsverlies en kunnen ervoor zorgen
dat de motor niet opstart. Probeer de motor
NIET op te starten bij temperaturen lager dan
0 °C.
Het gebruik van te lange verlengkabels
met een te kleine doorsnede leidt
tot spanningsverlies. Dit kan zorgen
voor startproblemen en een hogere
motorbelasting. Het wordt aanbevolen om
de motorkabel altijd direct in het stopcontact
te steken en om bij voorkeur langere
luchtslangen te gebruiken.
Aanbevolen kabeldoorsnedes:
Lengte tot circa 10 m = 1,5 mm
Lengte tot circa 20 m = 2,5 mm
NL
2
2
107