Wielaanpassing
Het toepassen van wielaanpassing
Belangrijk: Om de best mogelijke beweging te krijgen, moeten de
achterwielen ingesteld worden op hun optimale positie. Daarom dienen de
wielen correct uitgelijnd te zijn.
Hiertoe meet u de afstand tussen de beide voorwielen en achterwielen om
te verzekeren dat ze parallel aan elkaar staan. Het verschil tussen beide
metingen mag niet meer 5 mm bedragen.
Om de wielen aan te passen zodat ze parallel staan, draait u de schroeven
los en draait u de asbus naar wens. Controleer na aanpassingen altijd of
alle schroeven correct zijn aangedraaid (zie ook de pagina betreffende
draaikracht/torque).
Spoorinstelling SIMBA
De inspoor/uitspoor op nul instellen:
OPMERKING: een rolstoel met 0° cambercilinders kan geen in- of uitspoor
hebben. Deze instelling is alleen noodzakelijk bij 3°, 6° en 9° cambercilinders.
De term "inspoor of uitspoor" geeft aan hoe goed de achterwielen van de
rolstoel op één lijn staan met de grond. Dit bepaalt hoe goed de rolstoel rijdt.
Wanneer de inspoor is ingesteld op nul, is er sprake van normale weerstand
of rolweerstand.
De inspoor/uitspoor op nul instellen: Maak de inbusschroeven (1) waarmee
de asbuisklem is bevestigd (één aan iedere zijde) los. Controleer de kogel in
het horizontale (2) vlak en draai de asbuis (3) tot de kogel in het midden ligt.
De inspoor is nu nul.
Controleer, voordat u de schroeven (1) aandraait, of de asbuis is
gecentreerd. De ruimte aan beide kanten moet gelijk zijn, of er mag totaal
geen ruimte zijn. Draai de schroeven tot 10 Nm aan (Fig. 5.14 - 5.16).
Breedte wielbasis instellen
OPGELET!
Wanneer de achterwielbasis wordt ingesteld, pas dan eerst één wiel en
daarna het tweede aan. Als beide kanten tegelijkertijd worden losgedraaid,
wordt de aanpassing van de inspoor/uitspoor veranderd. Voor het aanpassen
van de achterwielbasis, bewegen de delen van de camber (4) telescopisch in
of uit de asbuis (5) en worden op hun plaats bevestigd wanneer zij het eind
bereiken. Draai de schroef (6) (die het dichtst bij de asbuis is bevestigd) aan
de linkerkant van de rolstoel los.
Beweeg de camberbuis naar binnen of buiten om de gewenste wielbasis te
verkrijgen. Draai de schroeven tot 10 Nm aan. Herhaal dit proces aan de
rechterkant van de rolstoel en pas de ruimte aan zodat deze gelijk is aan de
ruimte aan de linkerkant (Fig. 5.17).
OPGELET!
Op de schroeven/bouten die gebruikt zijn op deze rolstoel is in de fabriek
een schroefdraadborging toegepast. Hierna moeten ze worden vervangen of
opnieuw met een borgmiddel van gemiddelde sterkte worden geborgd.
Simba
Fig. 5.14
Fig. 5.15
Fig. 5.17
6
5
4
104
1
Fig. 5.16
2
Bal
3
Rev.6.0