NL
■
Zorg door regelmatig en deskundig onder-
houd ervoor, dat het apparaat steeds in een
functionele en schone staat verkeert.
VOORZICHTIG! Gevaar voor letsel. On-
derdelen met scherpe randen en draaiende on-
derdelen kunnen letsel veroorzaken.
■
Draag bij onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden altijd beschermende handschoe-
nen!
Correct onderhoud is noodzakelijk, om de functi-
onaliteit en de veiligheid van het apparaat in
stand te houden. Let hierbij op de volgende pun-
ten:
■
Voer uitsluitend onderhoudswerkzaamheden
uit, wanneer u beschikt over de benodigde
kennis en gereedschappen.
■
Wacht tot de motor geheel is afgekoeld.
■
Vervang versleten of defecte onderdelen uit-
sluitend door originele reservedelen van de
fabrikant.
■
U mag geen onderhoudswerkzaamheden uit-
voeren, die niet in deze gebruikshandleiding
worden beschreven. Neem hiervoor contact
op met een erkende servicewerkplaats. Bij
het niet opvolgen van deze aanwijzingen ver-
valt de garantie van de fabrikant.
De intervallen voor de genoemde onderhouds-
werkzaamheden vindt u in het onderhoudssche-
ma (Onderhoudsschema).
Gebruik altijd uitsluitend toegestane maaigereed-
schappen (Toegestane maaigereedschappen)!
8.1
Luchtfilter reinigen/vervangen (15)
LET OP! Gevaar voor beschadiging van de
motor. Het gebruik van de motor zonder luchtfil-
ter leidt tot ernstige beschadiging van de motor!
■
Gebruik het apparaat nooit zonder luchtfilter.
■
Reinig het luchtfilter regelmatig.
■
Vervang een beschadigd luchtfilter.
1. Luchtfilter demonteren:
■
Draai de bevestigingsschroef (15/1) van
het luchtfilterhuis los, tot het deksel van
het luchtfilterhuis (15/2) los zit.
■
Neem het deksel van het luchtfilterhuis
weg.
■
Trek de filterspons (15/3) los van het
rooster (15/4).
54
2. Reinigen van de filterspons (15/3):
■
Knijp de filterspons uit en was deze met
water en zeep schoon. Gebruik hierbij
geen benzine of andere oplosmiddelen!
■
Laat de filterspons goed drogen, totdat
deze geen water meer bevat. Een voch-
tig filter kan ertoe leiden, dat de motor
moeilijk start.
3. Wis het filterhuis grondig schoon met een
poetsdoek.
4. Vervangen van de filterspons (15/3):
■
Vervang de filterspons wanneer deze niet
meer elastisch is, of uit elkaar valt.
5. Luchtfilter monteren:
■
Steek de filterspons (15/3) op het rooster
(15/4).
■
Plaats het deksel van het luchtfilterhuis
(15/2) en houd het op zijn plaats.
■
Draai de bevestigingsschroef van het
luchtfilter (15/1) vast, tot het deksel van
het luchtfilterhuis stevig is bevestigd.
8.2
Brandstoffilter controleren/vervangen
(16)
Het viltachtige brandstoffilter bevindt zich in de
brandstoftank en is op de zuigkop gestoken.
Wanneer het brandstoffilter verhard, vervuild of
verstopt is, stroomt minder benzine naar de mo-
tor. In dit geval moet het brandstoffilter worden
vervangen.
Wij raden aan deze klus door een erkende ser-
vicewerkplaats te laten uitvoeren.
1. Voorbereiden van het apparaat:
■
Om de brandstoftank leeg te maken: Laat
de motor draaien totdat deze vanzelf
stopt.
■
Plaats het apparaat op een vlakke, stevi-
ge ondergrond. De dop (16/1) van de
brandstoftank (16/2) moet naar boven
wijzen.
■
Veeg de dop van de brandstoftank, de
brandstoftank en de omliggende delen
van het apparaat schoon, zodat geen vuil
in de brandstoftank kan belanden.
2. Brandstoffilter controleren/vervangen:
■
Draai de dop (16/1) van de brandstoftank
(16/2). Laat de dop aan de brandstoftank
hangen.
■
Trek de zuigkop (16/3) met een draad-
haak uit de brandstoftank.
BC 330 L | BC 330 B | BC 400 L | BC 400 B | BC 500 B
Onderhoud en verzorging