Omron HBP-1120 Manual De Instrucciones página 237

De manchet aanbrengen bij de patiënt
Het apparaat kan zowel voor de
rechter- als voor de linkerarm
worden gebruikt.
Wikkel de manchet rond een
blote arm of over dunne kleding.
Dikke kleding of een opgerolde
mouw leiden tot onnauwkeurige
bloeddrukmetingen.
1. Zorg ervoor dat de manchetslang niet gebogen is.
De manchetslang moet zich aan de buitenkant bevinden.
2. Wikkel de manchet zodanig om de bovenarm dat INDEX
ARTERY " " (indicatie voor ader) zich direct boven de
brachiale ader bevindt.
De brachiale ader bevindt zich aan de binnenkant van de bovenarm
van de patiënt.
Zorg ervoor dat INDEX ARTERY "
bereik bevindt. Als deze zich buiten het bereik
b e v i n d t , g e l d t e r e e n g r o t e r e f o u t m a r g e v o o r d e g e m e t e n
bloeddrukwaarde. Gebruik in dit geval de juiste manchetmaat.
* Breng de manchet zodanig aan dat de benedenrand zich op 1 - 2 cm
van de binnenkant van het ellebooggewricht bevindt.
* De manchet moet dusdanig strak worden aangebracht dat het
mogelijk is twee vingers onder de manchet te steken.
3. Houd tijdens de meting de brachiale ader waar de manchet
omheen is gewikkeld op dezelfde hoogte als het rechteratrium van
het hart.
" zich binnen het aangegeven
1 tot 2 cm
NL
15