Inbedrijfstelling/Buitenbedrijfstelling
6
Inbedrijfstelling/Buitenbedrijfstelling
6.1
Inbedrijfstelling
LET OP
Is niet gewaarborgd dat de BADU OmniTronic de besturing van
de pomp overneemt, mag de pomp niet worden ingeschakeld.
Bovendien moet zijn gewaarborgd, dat de pomp niet wordt
ingeschakeld als de klep draait.
Het transparante deksel sluiten, voordat het apparaat onder
spanning wordt gezet.
6.1.1
Inschakelen
Apparaat pas inschakelen, als de aandrijfkast met de elektronica
volledig is aangesloten.
De schroeven van het deksel moeten stevig zijn aangehaald,
zodat de juiste afstand t.o.v. het toetsenbord ontstaat.
Deksel voorzichtig en in de correcte positie plaatsen, zodat
het toetsenbord niet wordt beschadigd.
6.2
Functietest
6.2.1
Zelftest
Na het aanleggen van de voedingsspanning, evenals het
inschakelen van de besturing met de verlichte tuimelschakelaar
voert het apparaat eerst een zelftest uit. Deze eindigt in de positie
"Filteren". Daarna is het apparaat bedrijfsgereed.
6.2.2
Afsluitorganen
De ingebouwde afsluitorganen in de aansluitleidingen naar de
besturing moeten volledig geopend zijn.
52 NL
03|2022