Diamond DXE8/6/C-S Manual De Instrucciones página 34

Idiomas disponibles

Idiomas disponibles

Mod.
V~
Hz
kW
A
S/N
H
O
kPa
°C
2
De voedingskabel, die uitsluitend van het type H07RN-F dient te zijn, mag tijdens de normale
werking of het gewone onderhoud niet gespannen staan of geplet worden.
Het apparaat moet bovendien deel uitmaken van een equipotentiaal systeem, dat wordt
aangesloten via een met het symbool
De equipotentiaalgeleider moet een doorsnede hebben van 10 mm².
Houd u aan de aangegeven polariteiten in het stroomschema.
Zie het bijgevoegde elektrische schema voor meer informatie.
Het is niet toegestaan verloopstekkers, meervoudige stopcontacten, kabels van een
verkeerd type en met een verkeerde diameter te gebruiken, of met verlengkoppelingen
die niet conform zijn aan de huidige voorschriften betreffende bedrijfuitrustingen.
HANDLEIDING VOOR AFWASMACHINES
Zorg ervoor dat er zich in de buurt van de installatie geen onderdelen en
materialen bevinden, die beschadigd kunnen worden door waterdamp die
tijdens de werking uit de machine kan komen, of dat deze voldoende beschermd
zijn.
Alvorens de vaatwasmachine te plaatsen moeten in de ruimte het elektrische
systeem, de waterleiding en de waterafvoer zijn voorbereid
Bij de dimensionering van de vloer of inbouw moet rekening gehouden worden
met het totale gewicht van de afwasmachine
Om de stabiliteit te garanderen, moet de machine op haar vier poten worden
geïnstalleerd en waterpas worden gezet.
Dit apparaat is alleen geschikt voor een vaste aansluiting; andere
installatieoplossingen moeten overeengekomen worden met en goedgekeurd
door de fabrikant.
Verwijder de beschermfolie van de omkasting alvorens de afwasmachine te
gaan gebruiken.
Er moet een hoofdschakelaar van het alpolige type aanwezig zijn, die alle
contacten, inclusief de nulleiding, uitschakelt, een afstand tussen de open
contacten
heeft
van
veiligheidsmechanisme
gedimensioneerd of geijkt moeten worden op het vermogen dat op het
kenmerkenplaatje op de machine staat.
De hoofdschakelaar moet op de elektriciteitsleiding aangesloten die dichtbij de
installatie zit, en mag uitsluitend één apparaat tegelijk voeden.
De spanning en frequentie van het elektriciteitsnet moeten overeenstemmen
met die van het kenmerkenplaatje.
Voor de veiligheid van de bediener en de apparatuur moet er een efficiënte
aardinstallatie
aanwezig
preventievoorschriften.
2.3 Elektrische aansluiting
minstens
3
mm
heeft,
of
gekoppeld
zijn,
die
voldoet
gemarkeerde schroef.
2.2 Plaatsing
en
een
contactverbrekend
is
aan
zekeringen,
aan
de
geldende
Pag. 3 van 12
NL
die
loading