7.
Sommige materialen bevatten chemische stof-
fen die giftig kunnen zijn. Neem voorzorgsmaat-
regelen tegen het inademen van stof en contact
met de huid. Volg de veiligheidsinstructies van
de leverancier van het materiaal op.
Breng het zaagblad niet tot stilstand door
8.
zijdelings op het zaagblad te drukken.
9.
Gebruik geen slijpschijven.
10. Gebruik uitsluitend een zaagblad met een
diameter die is aangegeven op het gereed-
schap of vermeld in de gebruiksaanwijzing.
Het gebruik van een zaagblad met een verkeerde
afmeting kan de goede bescherming van het
zaagblad of de werking van de beschermkap
negatief beïnvloeden, waardoor ernstig persoon-
lijk letsel kan ontstaan.
Houd het zaagblad scherp en schoon. Gom of
11.
hars dat op het zaagblad is opgedroogd vertraagt het
zaagblad en verhoogt de kans op terugslag. Houd het
zaagblad schoon door dit eerst van het gereedschap
te demonteren en het vervolgens schoon te maken
met een reinigingsmiddel voor gom en hars, heet
water of kerosine. Gebruik nooit benzine.
12. Draag een stofmasker en gehoorbescherming
tijdens gebruik van het gereedschap.
13. Gebruik altijd het zaagblad dat is bedoeld voor
zagen in het materiaal waarin u gaat zagen.
14. Gebruik altijd een zaagblad dat is gemarkeerd met
een toerental dat gelijk is aan of hoger is dan het
toerental dat is aangegeven op het gereedschap.
15. (Alleen voor Europese landen)
Gebruik altijd een zaagblad dat voldoet aan
EN847-1, indien bedoeld voor hout en daarmee
gelijk te stellen materialen.
16. Plaats het gereedschap en de onderdelen op
een vlakke en stabiele ondergrond. Anders kan
het gereedschap of kunnen de onderdelen eraf
vallen en letsel veroorzaken.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
WAARSCHUWING:
door een vals gevoel van comfort en bekendheid
met het gereedschap (na veelvuldig gebruik)
en neem alle veiligheidsvoorschriften van het
betreffende gereedschap altijd strikt in acht.
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwij-
zing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor een accu
1.
Lees alle voorschriften en waarschuwingen op
(1) de acculader, (2) de accu, en (3) het product
waarvoor de accu wordt gebruikt, alvorens de
accu in gebruik te nemen.
2.
Haal de accu niet uit elkaar en saboteer hem
niet. Dit kan leiden tot brand, buitensporige hitte
of een explosie.
3.
Als de gebruikstijd van een opgeladen accu
aanzienlijk korter is geworden, moet u het
gebruik ervan onmiddellijk stopzetten.
Voortgezet gebruik kan oververhitting, brand-
wonden en zelfs een ontploffing veroorzaken.
Laat u NIET misleiden
4.
Als elektrolyt in uw ogen is terechtgeko-
men, spoelt u uw ogen met schoon water
en roept u onmiddellijk de hulp van een
dokter in. Elektrolyt in de ogen kan blindheid
veroorzaken.
5.
Voorkom kortsluiting van de accu:
(1) Raak de accuklemmen nooit aan met een
geleidend materiaal.
(2) Bewaar de accu niet in een bak waarin
andere metalen voorwerpen zoals spij-
kers, munten e.d. worden bewaard.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan oorzaak zijn van
een grote stroomafgifte, oververhitting, brand-
wonden, en zelfs defecten.
6.
Bewaar en gebruik het gereedschap en de
accu niet op plaatsen waar de temperatuur kan
oplopen tot 50 °C of hoger.
7.
Werp de accu nooit in het vuur, ook niet wan-
neer hij zwaar beschadigd of volledig versleten
is. De accu kan ontploffen in het vuur.
8.
Laat de accu niet vallen, sla er geen spijker in,
snijd er niet in, gooi er niet mee en stoot hem
niet tegen een hard voorwerp. Dergelijke hande-
lingen kunnen leiden tot brand, buitensporige hitte
of een explosie.
9.
Gebruik nooit een beschadigde accu.
10. De bijgeleverde lithium-ionbatterijen zijn
onderhevig aan de vereisten in de wetgeving
omtrent gevaarlijke stoffen.
Voor commercieel transport en dergelijke door
derden en transporteurs moeten speciale vereis-
ten ten aanzien van verpakking en etikettering
worden nageleefd.
Als voorbereiding van het artikel dat wordt
getransporteerd is het noodzakelijk een expert op
het gebied van gevaarlijke stoffen te raadplegen.
Houd u tevens aan mogelijk strengere nationale
regelgeving.
Blootliggende contactpunten moeten worden
afgedekt met tape en de accu moet zodanig
worden verpakt dat deze niet kan bewegen in de
verpakking.
11.
Wanneer u de accu wilt weggooien, verwijdert
u de accu vanaf het gereedschap en gooit
u hem op een veilige manier weg. Volg bij
het weggooien van de accu de plaatselijke
voorschriften.
12. Gebruik de accu's uitsluitend met de gereed-
schappen die door Makita zijn aanbevolen. Als
de accu's worden aangebracht in niet-compatibele
gereedschappen, kan dat leiden tot brand, bui-
tensporige warmteontwikkeling, een explosie of
lekkage van elektrolyt.
13. Als u het gereedschap gedurende een lange
tijd niet denkt te gaan gebruiken, moet de accu
vanaf het gereedschap worden verwijderd.
14. Tijdens en na gebruik, kan de accu heet wor-
den waardoor brandwonden of koude brand-
wonden kunnen worden veroorzaakt. Wees
voorzichtig bij het hanteren van een hete accu.
15. Raak de aansluitpunten van het gereedschap
niet onmiddellijk na gebruik aan omdat deze
heet genoeg kunnen zijn om brandwonden te
veroorzaken.
71 NEDERLANDS