Het is over het algemeen raadzaam de hoogte van het zadel aan te passen door te controleren of uw been bijna gestrekt is
wanneer u uw voet op het laatste draaipunt van het pedaal plaatst.
Om de voorwaartse en achterwaartse beweging (indien van toepassing) van het zadel in te stellen, moet het desbetreffende
bevestigingssysteem in de zadelpenbeugel worden losgemaakt, zodat de gewenste positie kan worden ingesteld, en
vervolgens moet het bevestigingssysteem weer correct worden vastgezet om speling en beweging te voorkomen.
Stuur
Om de positie en de hoek van het stuur af te stellen, maakt u het klemsysteem van de stuurbevestiging los, draait u aan het
stuur totdat de gewenste positie is behaald en zet u het vast door het klemsysteem vast te draaien zodat het niet meer kan
bewegen.
Remmen
Het op het product geïnstalleerde remsysteem omvat hydraulische schijfremmen die kunnen worden bediend op het
voorwiel en het achterwiel via de overeenkomstige hendels op het stuur.
De remhendel aan de rechterkant van het stuur bedient de achterrem, zodat het achterwiel tot stilstand kan komen. De
remhendel aan de linkerkant van het stuur bedient de voorrem, zodat het voorwiel tot stilstand kan komen.
De voor- en achterremhendels moeten zodanig worden geplaatst en georiënteerd dat de ergonomie wordt geoptimaliseerd
door het bevorderen van een natuurlijke houding van de hand en van de vingers die worden gebruikt om ze te bedienen,
waarbij de kracht en timing die nodig zijn om het remmen te activeren tot een minimum wordt beperken en de mogelijkheid
van een goede modulatie ervan wordt behouden.
Controleer de werking van de remmen met een remtest bij lage snelheid (max 6km/u) op een terrein zonder obstakels.
De progressieve slijtage van de remblokken op de overeenkomstige remklauwen, waardoor hun dikte afneemt, vereist dat
de overeenkomstige remhendels een grotere afstand afleggen om dezelfde remkracht uit te oefenen en wordt automatisch
gecompenseerd door het bij het remsysteem geleverde kleppensysteem, waardoor dezelfde remefficiëntie wordt
gegarandeerd tot de remblokken versleten zijn en moeten worden vervangen.
Versnelling en aandrijving
Het schakelsysteem met kabels dat bij het product is geleverd is geïndexeerd en maakt het mogelijk de
overbrengingsverhouding en de metrische ontwikkeling van de pedaalslag te wijzigen door in te werken op het
bedieningsorgaan op het stuur, waarbij de zijwaartse beweging van de ketting op het betreffende tandwiel van de cassette op
het achterwiel wordt bepaald door middel van de betreffende derailleur.
Controleer de goede werking van de versnelling en de afstelling daarvan en controleer tevens of de ketting en de tandwielen
van de transmissie schoon en goed gesmeerd zijn.
Wielen en banden
Controleer of de spaken correct zijn gecentreerd, goed zijn gespannen en of de steekassen en/of de snelspanners van het
voorwiel (indien aanwezig) goed zijn gemonteerd en vastgedraaid.
Controleer de aanwezigheid en de correcte installatie van reflectoren.
Controleer de staat en de slijtage van de banden: er mogen geen sneden, scheuren, vreemde voorwerpen, abnormale
zwellingen, zichtbare plooien of andere beschadigingen zijn.
Controleer de bandenspanning door middel van de betreffende minimum- en maximumwaarden die zijn weergegeven op
de zijkant van de banden (de juiste drukwaarde is afhankelijk van het vervoerde gewicht, de weersomstandigheden en de
toestand van de weg).
Goed opgepompte banden verbeteren niet alleen de sporing van de wielen, maar verminderen ook het risico op lekken en
slijtage.
185