Zijhandgreep (hulphandgreep) (Fig. 3)
Gebruik altijd de zijhandgreep om een veilige bedien-
ing te verzekeren. Monteer de zijhandgreep zodanig
dat zijn tanden tussen de uitsteeksels op de schacht
van het gereedschap passen. Zet daarna de
handgreep vast door deze rechtsom naar de gewen-
ste positie te draaien. De zijhandgreep is 360°
draaibaar zodat u deze in elke gewenste positie kunt
gebruiken.
Afstelbare dieptestang (Fig. 4)
De afstelbare dieptestang wordt gebruikt om gaten
van gelijke diepte te boren. Draai de vleugelschroef
los, zet de stang in de gewenste positie, en draai de
vleugelschroef weer vast.
Installeren of verwijderen van schroefbit of
boor (Fig. 5 en 6)
Belangrijk:
Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu ervan is verwijderd alvorens de boor te
installeren of te verwijderen.
Draai de bus naar links om de klauwen van de
boorkop te openen. Steek de boor zo diep mogelijk in
de boorkop. Draai daarna de bus naar rechts om de
boorkop vast te zetten.
Om de boor te verwijderen, draai de bus naar links.
Plaats de boor in de boorhouder wanneer u deze niet
gebruikt. In de boorhouder kunt u boren met een
lengte van maximaal 45 mm plaatsen.
Werking van de trekschakelaar (Fig. 7)
LET OP:
Alvorens de accu in het gereedschap te plaatsen,
moet u altijd controleren of de trekschakelaar juist
werkt en bij het loslaten naar de ''OFF'' positie terug-
keert.
Om het gereedschap in te schakelen, drukt u gewoon
de trekschakelaar in. Hoe dieper de trekschakelaar
wordt ingedrukt, hoe sneller het gereedschap draait.
Om het gereedschap uit te schakelen, de trekscha-
kelaar loslaten.
Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 8)
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens het
gereedschap te gebruiken.
• Verander de stand van de omkeerschakelaar alleen
nadat het gereedschap volledig tot stilstand is geko-
men. Indien u de draairichting verandert terwijl de
boor nog draait, kan het gereedschap beschadigd
raken.
• Zet de omkeerschakelaar altijd in de neutrale stand
wanneer het gereedschap niet wordt gebruikt.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor
het veranderen van de draairichting. Druk de omkeer-
schakelaar in vanaf zijde A voor rechtse draairichting,
of vanaf zijde B voor linkse draairichting. Wanneer
deze schakelaar in de neutrale stand staat, kan de
trekschakelaar niet worden ingedrukt.
All manuals and user guides at all-guides.com
Veranderen van het toerental (Fig. 9)
Om het toerental te veranderen, schakelt u eerst het
gereedschap uit en dan schuift u de toerentalschake-
laar naar de ''II'' zijde voor hoog toerental, of naar de
''I'' zijde voor laag toerental. Zorg ervoor dat de
toerentalschakelaar in de juiste stand staat alvorens
met het werk te beginnen. Gebruik het toerental dat
geschikt is voor uw werk.
LET OP:
• Schuif de toerentalschakelaar altijd volledig naar de
juiste positie. Als u het gereedschap gebruikt met de
toerentalschakelaar halverwege tussen de ''I'' en
''II'' posities, kan het gereedschap beschadigd
raken.
• Verschuif de toerentalschakelaar niet terwijl het
gereedschap draait. Hierdoor kan het gereedschap
beschadigd raken.
Instellen van het draaimoment (Fig. 10)
Het draaimoment kan worden ingesteld in 17 stappen
door de stelring zodanig te draaien dat zijn schaalver-
delingen overeenkomen met de wijzer op het huis van
het gereedschap. Het draaimoment is minimaal wan-
neer het cijfer 1 met de wijzer overeenkomt, en is
maximaal wanneer de
overeenkomt.
Wanneer de stelring op een cijfer van 1 tot 16 is
ingesteld, zal de koppeling bij verschillende draaimo-
mentniveau's slippen. De koppeling is ontworpen om
niet te slippen bij de
markering.
Alvorens met het eigenlijke werk te beginnen, moet u
het geschikte draaimoment bepalen door een proef-
schroef in uw werkstuk of in een ander stuk van
hetzelfde materiaal te schroeven.
OPMERKING:
• De stelring vergrendelt niet wanneer de wijzer half-
weg tussen de schaalverdelingen staat.
• Gebruik het gereedschap niet met de stelring
ingesteld tussen het cijfer 16 en de
Hierdoor kan het gereedschap beschadigd raken.
Indraaien van schroeven (Fig. 11)
Plaats de punt van de schroefbit in de schroefkop en
oefen druk op het gereedschap uit. Start het gereed-
schap langzaam en voer dan de draaisnelheid
geleidelijk op. Laat de trekschakelaar los zodra de
koppeling ingrijpt.
markering met de wijzer
markering.
29