4.
In koude weersomstandigheden of wanneer het
gereedschap gedurende een lange tijd niet is
gebruikt, laat u het gereedschap eerst opwarmen
door het onbelast te laten werken. Hierdoor zal
de smering worden verbeterd. Zonder degelijk
opwarmen, zal de hamerwerking moeilijk zijn.
5.
Zorg ook altijd dat u stevig op een solide bodem
staat. Let bij het werken op hoge plaatsen op dat
er zich niemand recht onder u bevindt.
6.
Houd het gereedschap stevig met beide handen
vast.
7.
Houd uw handen uit de buurt van bewegende
delen.
8.
Laat het gereedschap niet draaiend achter. Scha-
kel het gereedschap alleen in wanneer u het ste-
vig vasthoudt.
9.
Richt het gereedschap niet op iemand in de
buurt terwijl het is ingeschakeld. Het bit zou eruit
kunnen vliegen en iemand ernstig verwonden.
10. Raak het bit, onderdelen in de buurt van het bit
en het werkstuk niet onmiddellijk na gebruik
aan. Zij kunnen bijzonder heet zijn en brandwon-
den op uw huid veroorzaken.
11. Bepaalde materialen kunnen giftige chemicaliën
bevatten. Vermijd contact met uw huid en zorg
dat u geen stof inademt. Volg de veiligheidsvoor-
schriften van de fabrikant van het materiaal.
12. Raak de stekker niet met natte handen aan.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING: Laat u NIET misleiden door
een vals gevoel van comfort en bekendheid met het
gereedschap (na veelvuldig gebruik) en neem alle
veiligheidsvoorschriften van het betreffende gereed-
schap altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of
het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften in
deze gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig letsel.
GEBRUIK VAN HET GEREEDSCHAP
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
stekker ervan uit het stopcontact is verwijderd vooral-
eer u begint met afstelling of onderhoud van het
gereedschap.
Werking van de trekschakelaar (Fig. 1)
LET OP:
• Alvorens de machine op een stopcontact aan te sluiten,
moet u altijd controleren of de trekschakelaar juist
werkt en bij het loslaten naar de "OFF" positie terug-
keert.
Om de machine te starten, drukt u gewoon de trekscha-
kelaar in. Hoe dieper de trekschakelaar wordt ingedrukt,
hoe sneller de machine draait. Om de machine uit te
schakelen, de trekschakelaar loslaten. Voor continue
werking, drukt u de trekschakelaar in en dan drukt u de
vergrendelknop in. Om de machine vanuit deze vergren-
delde stand te stoppen, de trekschakelaar volledig
indrukken en deze dan loslaten.
Aanzetten van de lampen (Fig. 2)
Voor model HR2460F
LET OP:
• Kijk niet direct in het licht of de lichtbron.
22
Druk de trekker in om de lamp aan te zetten. Laat de
trekker los om de lamp uit te doen.
OPMERKING:
• Gebruik een droge doek om vuil op de lamplens eraf te
vegen. Let op dat u geen krassen maakt op de lamp-
lens, aangezien de verlichtingssterkte daardoor zal
verminderen.
Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 3)
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens de machine
te gebruiken.
• Gebruik
de
omkeerschakelaar
machine volledig tot stilstand is gekomen. Indien u de
draairichting verandert voordat de machine is gestopt,
kan de machine beschadigd raken.
• Als de trekschakelaar niet kan worden ingeknepen,
controleert u dat de omkeerschakelaar helemaal naar
de positie
(kant A) of naar de positie
gezet.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Beweeg de omkeer-
schakelaar naar de positie
draairichting, of naar de positie
draairichting.
Kiezen van de bedieningsfunctie (Fig. 4)
Dit gereedschap heeft een omschakelknop. Gebruik
deze knop voor het kiezen van een van de twee bedie-
ningsfuncties die geschikt is voor uw werk.
Voor gewoon boren drukt u de knop zodat de pijl op de
knop in de richting van de
van het gereedschap wijst.
Voor hamerboren drukt u de knop zodat de pijl op de
knop in de richting van de
van het gereedschap wijst.
LET OP:
• Zet de knop altijd volledig op het gewenste symbool.
Indien u het gereedschap gebruikt met de knop halver-
wege tussen de twee symbolen geplaatst, kan het
gereedschap beschadigd raken.
• Bedien de knop pas nadat het gereedschap volledig tot
stilstand is gekomen.
Koppelbegrenzer
De koppelbegrenzer treedt in werking wanneer de motor
een bepaald koppel bereikt. De motor wordt dan ontkop-
peld van de uitgangsas. Wanneer dit gebeurt, zal de boor
ophouden met draaien.
LET OP:
• Schakel het gereedschap onmiddellijk uit wanneer de
koppelbegrenzer in werking treedt. Hierdoor helpt u
vroegtijdige slijtage van het gereedschap voorkomen.
• Hulpstukken, zoals gatenzagen, die gemakkelijk in het
boorgat vastlopen of klemmen, zijn niet geschikt voor
dit gereedschap. Dat komt doordat zij de koppelbe-
grenzer te vaak in werking doen treden.
INEENZETTEN
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
stekker ervan uit het stopcontact is verwijderd alvorens
enig werk aan het gereedschap uit te voeren.
alleen
nadat
de
(kant B) is
(kant A) voor rechtse
(kant B) voor linkse
symbool op de behuizing
symbool op de behuizing