OBJ_BUCH-2303-002.book Page 99 Tuesday, March 3, 2015 4:32 PM
Inlegplaten vervangen (zie afbeelding O)
De rode inlegplaten 19 kunnen na langdurig gebruik van het
elektrische gereedschap verslijten.
Vervang defecte inlegplaten.
– Zet het elektrische gereedschap in de werkstand.
– Draai de schroeven 54 met een binnenzeskantsleutel
(4 mm) uit en verwijder de oude inlegplaten.
– Leg de nieuwe rechter inlegplaat in.
– Draai de inlegplaat met de schroeven 54 zo ver mogelijk
naar rechts vast, zodat het zaagblad over de hele lengte
van de mogelijke afkortbeweging niet met de inlegplaat in
aanraking komt.
– Herhaal deze stappen voor de nieuwe linker inlegplaat.
Zagen
Draai de vastzetknop 21 en de klemhendel 43 voor het
zagen altijd goed vast. Het zaagblad kan anders in het
werkstuk schuin wegdraaien.
Toerental instellen
Met behulp van de toerentalregelaar 40 kunt u het toerental
van het elektrische gereedschap traploos ook tijdens het ge-
bruik instellen.
Opmerking: Stel altijd het toerental in dat geschikt is voor het
materiaal dat wordt bewerkt (zie onderstaande tabel). Dit
voorkomt oververhitting van de zaagtanden bij het zagen.
Toerentaltrap
Toerental
-1
1
3500 min
-1
2
3800 min
-1
3
4100 min
-1
4
4400 min
-1
5
4700 min
-1
6
5000 min
Zagen zonder afkortbeweging (kappen)
(zie afbeelding P)
– Voor het zagen zonder trekkende beweging (kleine werk-
stukken) dient u de vastzetschroef 35 los te draaien, als
deze vastgedraaid is. Duw de gereedschaparm tot aan de
aanslag in de richting van de aanslagrail 14 en draai de
vastzetschroef 35 weer vast.
– Stel de gewenste verstekhoek in.
– Span het werkstuk overeenkomstig de afmetingen vast.
– Schakel het elektrische gereedschap in.
– Druk de blokkeerschakelaar 9 in en beweeg de gereed-
schaparm met de handgreep 8 langzaam omlaag.
– Zaag het werkstuk met een gelijkmatige voorwaartse be-
weging door.
– Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen.
– Beweeg de gereedschaparm langzaam omhoog.
Zagen met afkortbeweging
– Voor het zagen met behulp van de afkortvoorziening 1
(brede werkstukken) dient u de vastzetschroef 35 los te
maken wanneer deze is vastgedraaid.
– Stel de gewenste verstekhoek in.
– Span het werkstuk overeenkomstig de afmetingen vast.
Bosch Power Tools
– Draai de gereedschaparm zo ver van de aanslagrail 14 weg
tot het zaagblad zich voor het werkstuk bevindt.
– Schakel het elektrische gereedschap in.
– Druk de blokkeerschakelaar 9 in en beweeg de gereed-
schaparm met de handgreep 8 langzaam omlaag.
– Duw nu de gereedschaparm in de richting van de aanslag-
rail 14 en zaag het werkstuk met gelijkmatige voorwaartse
beweging door.
– Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen.
– Beweeg de gereedschaparm langzaam omhoog.
Werkstukken van gelijke lengte zagen (zie afbeelding Q)
Voor het eenvoudig zagen van werkstukken van gelijke lengte
kunt u de lengtegeleider 38 (toebehoren) gebruiken.
U kunt de lengtegeleider aan beide zijden van de zaagtafelver-
lenging 13 monteren.
– Draai de blokkeerschroef 55 los en klap de lengtegeleider
38 over de klemschroef 56.
– Draai de blokkeerschroef 55 weer vast.
– Stel de zaagtafelverlenging 13 op de gewenste lengte in
(zie „Zaagtafel verlengen", pagina 97).
Diepteaanslag instellen (groef zagen) (zie afbeelding R)
De diepteaanslag moet worden versteld als u een groef wilt
zagen.
– Zwenk de diepteaanslag 34 naar buiten.
– Druk op de blokkeerschakelaar 9 en draai de gereedschap-
Materiaal
arm in de gewenste stand.
– Draai de instelschroef 4 tot het einde van de schroef de
Aluminium
diepteaanslag 34 raakt.
– Beweeg de gereedschaparm langzaam omhoog.
Kunststoffen
Speciale werkstukken
Zet vooral gebogen of ronde werkstukken voor het zagen
Hout
goed vast, zodat deze niet kunnen wegglijden. Bij de zaaglijn
mag geen spleet tussen werkstuk, aanslagrail en zaagtafel
ontstaan.
Maak indien nodig speciale houders.
Basisinstellingen controleren en instellen
Om nauwkeurig zagen te waarborgen, dient u na intensief ge-
bruik de basisinstellingen van het elektrische gereedschap te
controleren en indien nodig in te stellen.
Daarvoor is ervaring en speciaal gereedschap vereist.
De Bosch-klantenservice voert deze werkzaamheden snel en
vakkundig uit.
Laser instellen
Opmerking: Voor het testen van de laserfunctie moet het
elektrische gereedschap op de stroomvoorziening zijn aange-
sloten.
Bedien tijdens het instellen van de laser (bijv. bij het
bewegen van de gereedschaparm) nooit de aan/uit-
schakelaar. Onbedoeld starten van het elektrische ge-
reedschap kan tot letsel leiden.
– Zet het elektrische gereedschap in de werkstand.
– Draai de zaagtafel 16 tot aan de inkeping 25 voor 0°. De
hendel 22 moet merkbaar in de inkeping vastklikken.
Nederlands | 99
1 609 92A 0Z4 | (3.3.15)