(21) EN (22) BYPASSHENDEL – VRIJE BEWEGING VAN DE ACHTERWIELEN
De functie van de bypasshendel is het uitschakelen van de transmissie naar de achterwielen en wordt gebruikt als de maaier moet
worden verplaatst zonder de motor te gebruiken. Afhankelijk van de gebruikte aandrijving, bevindt deze hendel zich achter het linker
achterwiel of voor het linker achterwiel. De hendel heeft de volgende twee standen:
OPGELET! De 106 4x4 maaier kan om constructietechnische redenen niet de voorasaandrijving uitschakelen – het hydraulisch
systeem is niet voorzien van een bypass-klep. Hierdoor kan de maaier aanzienlijk moeilijker worden verplaatst als de motor niet loopt.
Als de maaier dan wordt verplaatst, wordt de vooras aanzienlijk overbelast en dat kan leiden tot beschadiging. Wanneer het nodig is
dat u de maaier verplaats zonder dat de motor loopt, duw de maaier dan altijd met een ontlaste vooras.
De bypasshendel op deze maaier wordt voornamelijk gebruikt om het hydrostatische systeem te ontluchten. Laat deze procedure
uitvoeren door een gespecialiseerde servicewerkplaats, omdat hierbij hoge eisen worden gesteld aan de apparatuur.
De maaier mag niet worden gebruikt (in de versnelling) als de bypasshendel in de uitgeschakelde stand staat - er is dan
gevaar dat de transmissie wordt beschadigd!
(23) VOLLEDIGE GRASOPVANGKLEP
(24) VEER OM DE GRASOPVANGER OP ZIJN PLAATS TE HOUDEN TIJDENS HET RIJDEN OP HET TERREIN
(25) VEERSENSOR GRASOPVANGBAK VOL
Aandrijving van de
Stand
[0]
UITGESCHAKELD
[1]
INGESCHAKELD
Geeft aan dat de grasopvangbak vol is.
Houdt de grasopvanger op zijn plaats tijdens het rijden op oneven terrein.
Activeert de veer voor grasopvangbak vol.
achterwielen
Wanneer u de machine duwt, is de motor
uitgeschakeld
Wanneer u rijdt, is de motor ingeschakeld
237
Gebruik