autostoel. Trek de gordel aan volgens de pijlen in afb. 24b. Zorg
ervoor dat ze niet te strak zitten en het kind niet knellen.
f.
Beweeg de stoel om te controleren of hij goed vastzit. Als de stoel
te los zit, stel dan de gordelspanning bij.
Zorg ervoor dat de schoudergordel loopt tussen de punten die in afb.
24b zijn aangegeven als a en b, tussen de nek en de schouder van
het kind.
MONTAGE VAN DE OVERKAPPING (Afb. 25, 26)
1.
Trek de overkapping over de hoofdsteun van de stoel
2.
Haak de elastiekjes achter het plastic deel van de hoofdsteun, zoals
aangegeven op de onderstaande foto.
ONDERHOUD EN REINIGING
1.
Controleer de stoel regelmatig op beschadigingen. Indien er
onregelmatigheden zijn, moet de stoel onmiddellijk worden
vervangen.
2.
Vermijd blootstelling van het stoeltje aan direct zonlicht.
3.
De hoezen kunnen worden gereinigd in warm water met zeep of een
mild afwasmiddel. Droog de hoezen niet in de zon.
4.
Maak de gesp, de veiligheidsgordels en de plastic onderdelen schoon
met warm water. Gebruik geen detergenten.
De beelden zijn slechts voor illustratie, het daadwerkelijke uiterlijk van producten
kan van het voorgestelde in de beelden verschillen.
Het product is getest en voldoet aan alle eisen van de norm: ECE R44.04
‑ 99 ‑
NL