Instructie
Het aanzuigbereik mag niet geblokkeerd zijn door ver-
ontreinigingen.
Verlengslang / toebehoren aansluiten
1. De verlengslang met behulp van speciaal toebeho-
ren (niet meegeleverd) aansluiten op de slangkop-
peling.
Afbeelding I
Accupack monteren
1. De beschermkap naar boven openen.
2. Het accupack in de houder van het apparaat schui-
ven tot het hoorbaar vastklikt.
Afbeelding J
3. De beschermkap sluiten.
Werking
Werking
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok!
Levensgevaar door elektrische schok bij aanraking van
spanningvoerende delen of de verpompte vloeistof.
Raak geen onderdelen onder spanning of de verpompte
vloeistof aan.
Instructie
Om de vloeistof te kunnen aanzuigen, moet de pomp
minstens 3 cm in de vloeistof staan.
Als de voorwaarden voor het pompen (waterpeil / ni-
veauschakelaar) vervuld zijn, dan start de pomp onmid-
dellijk na het plaatsen van het accupack.
1. Op de apparaatschakelaar drukken.
2. De pomp wordt ingeschakeld.
Werking beëindigen
Instructie
Verontreiniging kunnen zich vastzetten en daardoor lei-
den tot functiestoringen.
1. Het apparaat na ieder gebruik met helder water
spoelen.
Dit geldt vooral na het verpompen van chloorhou-
dend water of andere vloeistoffen die resten achter-
laten.
2. De pomp uitschakelen door op de apparaatschake-
laar te drukken.
3. Accupack verwijderen.
Vervoer
WAARSCHUWING
Schakel het apparaat uit, laat het afkoelen en verwijder
de accupack, alvorens het op te slaan of te transporte-
ren.
Apparaat dragen.
LET OP
Los op de grond liggende kabels en slangen
Struikelgevaar
Bij het verplaatsen van het apparaat tijdens de mobiele
werking op kabels en slangen letten.
Apparaat in voertuigen transporteren.
a Het apparaat borgen tegen wegglijden en kante-
len.
LET OP
Vorstgevaar
Apparaten die niet volledig leeg zijn, kunnen bescha-
digd raken door vorst.
Maak het apparaat en het toebehoren volledig leeg.
Bescherm het apparaat tegen vorst.
Klein en groot onderhoud
Het apparaat is onderhoudsvrij, d.w.z. dat u geen regel-
matige onderhoudswerkzaamheden hoeft uit te voeren.
1. Als er water met toevoegingen werd getranspor-
teerd, dan de pomp na elk gebruik met helder water
spoelen.
Het voorfilter op verontreinigingen controleren en indien
nodig reinigen.
Afbeelding K
1. Het voorfilter verwijderen.
2. Het voorfilter onder stromend water reinigen.
3. Eventueel vuilresten uit de pomp spoelen.
LET OP
Gebruik van ongeschikte smeermiddelen
Beschadiging van de afdichtingen
Gebruik het via de Kärcher-service verkrijgbare vet
(6.288-143.0).
Gebruik voor afdichtingen alleen vet dat vrij is van mine-
rale olie.
4. Bij stroeve gang de afdichtingen invetten.
5. Het voorfilter zonder krachtinspanning in de vulope-
ning plaatsen. Hierbij op de juiste inbouwpositie (uit-
sparingen) letten.
Hulp bij storingen
Storingen hebben vaak oorzaken die eenvoudig met be-
hulp van het volgende overzicht kunnen worden verhol-
pen. Neem bij twijfel of storingen die hier niet worden
vermeld contact op met de erkende klantenservice.
De pomp draait, maar transporteert niet
Het aanzuigbereik wordt geblokkeerd door vuildeeltjes.
1. Het aanzuigbereik reinigen.
Lucht in de pomp
1. De schakelaar van de pomp enkele malen aan en
uit zetten totdat vloeistof wordt aangezogen.
(Alleen voor handmatige bediening) Waterpeil onder mi-
nimumpeil
1. Dompel de pomp indien mogelijk dieper onder in de
te verpompen vloeistof.
Drukslang verstopt
1. De drukslang reinigen.
De pomp start niet, of stopt plotseling tijdens de
werking.
Stroomvoorziening onderbroken
1. Controleren of de accu correct geplaatst is.
Accu kan niet meer worden opgeladen
1. De accu moet worden vervangen door een nieuwe.
Thermische beveiligingsschakelaar in de motor heeft de
pomp uitgeschakeld wegens oververhitting van de mo-
tor.
1. De pomp laten afkoelen, het aanzuigbereik reinigen,
drooglopen voorkomen.
Vuildeeltjes vastgeklemd in het aanzuigbereik
1. Het aanzuigbereik reinigen.
Nederlands
Opslag
Pomp spoelen
Voorfilter reinigen
23